#13 Tasmanië

13 april 2019 - Devonport, Australië

Gday,

Op dit moment zitten we op de boot terug naar Melbourne vanaf Tasmanië: een eiland onder Australië en tevens de kleinste staat van het land. Klein is natuurlijk wel behoorlijk relatief, want Tasmanië is even groot als Nederland en België samen. Tasmanië is behoorlijk heuvelachtig en groen, in tegenstelling tot het droge en redelijk vlakke vasteland, wij vonden het qua natuur ook een stuk dichter bij Nieuw-Zeeland liggen.

De afgelopen drie weken hebben we vol op genoten van het moois wat Tasmanië te bieden heeft: watervallen, de prachtige oostkust, lekker eten en de wildernis in het westen. Het was op en top herfst hier en dat betekent na een warme droge zomer, behoorlijk wisselvallig weer. En met wisselvallig bedoelen we ook echt wisselvallig: in 5 minuten tijd kon het weer van stralend zonnig naar hoosbuien omslaan, om even later weer in een stralend zonnetje te lopen. Ook onze kampeeruitrusting was niet echt berekend op het koude Tasmanië, een flink aantal avonden en nachten lag de temperatuur onder de 5 graden, en dat was behoorlijk bibberen onder een zomerdekbed. Wat een ongelofelijk verschil met het vasteland, en wat een geluk dat je op kou kunt kleden. ;) 

Het enige vervelende nadeel van ons bezoek aan dit prachtige eiland is dat onze bruingetinte huid een stuk bleker is geworden...

Oja, nog een tip. Wil je onze route live volgen en met meer regelmaat een foto/verhaal willen zien? Volg onze reis dan via Polarsteps. Dit is makkelijk dagelijks bij te houden voor ons.

Bekijk de foto's horend bij dit verhaal hier! (oudste foto's staan achteraan)

Maandag 25 maart
Onze reis in Tasmanië begint met een stevig ontbijt. Ontbijt is de favoriete maaltijd van Australiërs, en ook 'Olivers Bakery & Café' in Ulverstone had een goed 'brekky' menu! 

Na wat boodschappen en een knipbeurt in Ulverstone reden we door richting het zuidoosten. Onderweg reden we langs Sheffield, bekend vanwege de prachtige muurschilderingen die door heel het plaatsje te vinden zijn.

We kwamen uit bij Quamby Corner, een van de mooiste, goedkope campgrounds die we tot nu toe hebben gezien! Voor $25,- waren alle faciliteiten (douche, keuken, gratis wasmachine) aanwezig in een prachtige natuurlijke omgeving. En het allerbeste: we hadden weer een Whisky! Dat het weer snel om kan slaan in Tasmanië merkten we hier. Zo scheen de zon en was er een strakblauwe lucht, en 5 minuten later stortregende het. Gelukkig hebben we in Melbourne een luifel gekocht om toch nog een beetje droog te kunnen blijven. De temperatuur was met een graad of 8 's avonds flink fris! We hebben geslapen met thermo-ondergoed onder ons zomerdekentje.

Dinsdag 26 maart
Vlakbij de campground lagen in het Liffey State Forest de Liffey Cascades & Falls. Door de regen van vannacht stroomde er flink wat water. Na een wandeling van ongeveer drie kwartier loop je langs de verschillende uitzichtpunten. 

Voor we onze weg richting de oostkust inzetten, reden we nog een stukje verder het binnenland in. In een toendra-achtige omgeving lag Pine Lake, waar een zeldzame pinetree groeide. Het lake lag op een centraal bergplateau en dat was ook te merken: erg koud, er lag zelfs nog een beetje sneeuw van de neerslag van vannacht! Onderweg zagen we verschillende mooie vergezichten en lookouts.

We zetten onze weg voort richting Launceston, waar de Cataract Gorge kloof lag. Hier hebben wij een stoeltjeslift genomen met "s werelds langste niet ondersteunde kabel": 305 meter tussen de palen boven het meer en de kloof. Valt in het niet bij stoeltjesliften in de Alpen, maar toch een leuk weetje. Via een hangbrug konden we teruglopen.

We kampeerden 's avonds bij Lilydale. Vanuit de campground konden we na een korte wandeling van 5 minuten bij de Lilydale Falls een kijkje nemen.

Woensdag 27 maart
Thierry Baudet eat your heart out! 's Ochtends hebben we een korte stop gehad bij de Bridestowe Lavender Farm, voor Aziaten populair vanwege de lavendelbeertjes die worden verkocht. De beertjes schijnen niet aan te slepen te zijn, waardoor er max. 1 per persoon verkocht wordt. De lavendel wordt geoogst in januari, dus geen mooie paarse velden voor ons. Wel een lekkere Lavender Latte & Lavender Hot Chocolat voor ons!

7599d60c-3d12-4577-aace-b06de76f53df_large_image

Na een mooie route met slingerpaadjes, kloven, valleien en vergezichten zijn we gestopt voor een korte hike naar de St Columba Falls. Een van de grootste watervallen in Tasmanië, 90 meter lang. Op de foto lijkt het minder indrukwekkend dan dat het er in het echt uitziet.

We zetten onze route voort richting St Helens aan de oostkust van Tassie, een gebied wat bekend staat als de Bay of Fires. Na een korte wandeling bij The Gardens, waar oranjekleurige rotsen te zien zijn, hebben we onze van op een van de vele gratis campings aan de Bay of Fires gezet. Parelwitte stranden en kraakhelder water. Matthijs heeft nog een duik in het water gewaagd, maar het is flink fris buiten (18 graden en zon, wel een stuk beter dan de kou van de afgelopen dagen).

Donderdag 28 maart
Vandaag stonden we vroeg op: het is vroeg donker en om nog iets aan onze dag te hebben kunnen we beter zo snel mogelijk op pad gaan. We konden zelfs een glimp opvangen van de zonsopgang. Vervolgens zijn we naar Binalong Bay gereden om vanaf daar vanaf wat mooie uitzichtpunten de Bay of Fires te aanschouwen.

Na een stukje rijden langs de prachtige noordoostkust vonden wij het wel weer tijd voor een korte stop. In het visssersplaatsje Bicheno bestelden we - hoe kan 't ook anders - fish & chips. Het is 20 graden, maar door het felle zonnetje is het erg aangenaam. Het water is hier, net als overal aan de noordoostkust, kraakhelder.

's Middags was het tijd voor een snelle tour door het Freycinet National Park. Omdat we laat op de dag waren en de campings al redelijk vol zaten, werd dit een vluggertje voor ons. De weersvoorspelling voor morgen was ook uiterst onzeker dus onze kans om Wineglass Bay met een mooi zonnetje te zien lieten we niet aan ons voorbij gaan. De tocht naar de Wineglass Bay lookout duurde maar 40 minuten, maar was zeker niet licht te noemen. Het was een eindeloze keientrap naar boven. Onderweg hebben we wel even pauze kunnen houden, want we liepen toevallig een oud-collega tegen het lijf. Na het prachtige uitzicht bij Wineglass Bay zijn we doorgegaan naar de lighthouse, vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de rotskusten van het Nationale Park. Bij Sleepy Bay, waar de keien een roze van kleur waren, was onze laatste stop van de middag. Hierna zijn we doorgereden naar de River and Rocks campground waar we een van de laatste plekjes wisten te bemachtigen. Een geslaagde middag!

Vrijdag 29 maart
We besloten richting het zuiden te rijden door het binnenland, een omweg van ruim 1.5 uur. We kwamen door de plaatjes Campbell Town, Ross, Oatland en Richmond. Oude historische plekken die nog vol zitten met overblijfselen uit de tijd dat gevangenen naar Tasmanië gestuurd werden. Veel bruggen en bouwwerken zijn neergezet door deze 'convicts'. 's Avonds geslapen Eldee Camp Spot, waar ze toevallig die avond een pizza avond hadden georganiseerd. Erg gezellig!

Zaterdag 30 maart
's Ochtends zijn we vanaf de camping doorgereden naar de Tasman Peninsula. Bij Eaglehawk Neck kwamen we langs de Tessellated Pavement, waar de rotsen van het strand net keurig betegeld lijken. De peninsula bij Port Arthur is gebruikt als gevangenenkamp, voor de second time offenders die al naar Australië waren gestuurd (zie volgende step). The Dog Line, waar het standbeeld aan herinnert, maakt deel uit van de verdedigingslinie. Mochten de gevangenen uit het kamp ontsnappen, dan komen ze nog de honden tegen voordat ze de peninsula af kunnen komen. De kust van van het schiereiland heeft geweldig mooie rotsformaties, zoals de blowhole, Devils Kitchen en de Tasman Arch.

Een bezoek aan de Tasman Peninsula gaat niet zonder een bezoek aan Port Arthur, een van de wreedste gevangenissen uit de tijd. Hier werden de Second Offenders naartoe gestuurd, oftewel mensen die naar Australië werden gestuurd en daar weer in de fout zijn gegaan. De gevangenis was een van de meest afgelegen plekken van Australië, en ook nog erg streng bewaakt. Bij het bezoek zit een boottour door Stewart Bay en een rondleiding met een gids inbegrepen.

Zondag 31 maart
's Morgens hebben we vanaf de Fortescue Bay Campsite een fantastische hike gemaakt naar het puntje van Cape Huay. Het is onderdeel van de meerdaagse 'The Three Cape' hike, maar we besloten dat 4 uur wel voldoende was. Uiteindelijk hebben we er inclusief vele fotostops er 3.5 uur over gedaan, iets wat we absoluut niet hadden verwacht gezien de vele trappen gemaakt van keien die we moesten beklimmen. Het uitzicht was werkelijk fantastisch! 's Middags konden we het wat rustiger aandoen en brachten we een bezoekje aan Remarkable Cave, voordat we de weg richting Hobart inzetten.

Maandag 1 april
Tijd om Hobart te verkennen, de hoofdstad van Tasmanië. Het doet voor ons aan als een 'provinciestadje', met een hele leuke sfeer. In Hobart zijn nog veel oude gebouwen in 19e-eeuwse bouwstijl bewaard gebleven. We hebben een leuke wandeling gemaakt door het centrum van de stad, waar overigens ook de Nederlandse vlag wappert als eerbetoon aan Abel Tasman, de ontdekker van Tasmanië. Langs de haven liepen we door naar Battery Point, waar de Jackman Bakery zat. Hier konden we genieten van een lekkere lunch! Hobart ligt tussen heuvels en bergen aan een baai. Voor een mooi uitzicht over de stad zijn we 's middags naar Mount Wellington gereden, op 1271 meter hoogte. De foto's spreken hier voor zich!

Na Hobart zijn we weer doorgereden, terug de natuur in! We pakten vanaf Kettering de ferry naar Bruny Island, een eilandje met zo'n 700 permanente inwoners en pinguïns. Het eiland bestaat uit 2 delen: Noord en Zuid Bruny, gesplitst door een langwerpig midden: the Neck genoemd. Hier zijn we 's avonds de zonsondergang gaan kijken en hebben we vanaf her strand gekeken of we dwergpinguïns konden spotten. 's Avonds na zonsondergang komen deze met groepjes aan land, zeker in de zomer als hun jong op het strand zit te wachten. Dat het geen zomer was merkten we al snel, want er waren geen pinguïns die vanaf het strand de oversteek maakten richting de duinen. Toen we het na twee uur wachten op wilden geven - inmiddels was het pikkedonker - zijn we teruggelopen en hoorden we bij de holletjes toch nog een hoop gepiep. Er zaten er dus nog wat pinguïns aan land! We hebben even met de zaklamp rondgeschenen en hebben er drie kunnen spotten. Helaas schrikt een zaklamp de beestjes ook af, dus we hebben niet al te lang kunnen kijken.

fa4ca802-c8fc-4c24-b3c0-90edc9d913fb_large_image

Dinsdag 2 april
Vandaag stond er weer hike op het programma op Bruny Island, waar we de zuidkust van het eiland konden verkennen. Via Grass Point zijn we naar de Fluted Cape gelopen over een steil bospad. Hier hadden we uitzicht vanaf de één-na-hoogste klif van Australië: 272 m.

Na onze wandeling 's middags reden we door naar de zuidwestkaap van het eiland, hier was een oude vuurtoren te vinden. Antarctica konden we niet spotten, maar in de verte zagen we wel 20 zeemijl verderop twee eilandjes liggen. Als de zon op deze eilandjes schijnt zijn ze volledig wit van kleur door alle vogelpoep! 's Avonds hebben we gekampeerd op een campground vlak naast Cloudy Bay.

Woensdag 3 april
Na ons bezoek aan Bruny Island, hadden we 's ochtends al vroeg de ferry terug naar het vaste-(ei)land van Tasmanië. Tasmanië is appeleiland bij uitstek. Het is dus niet zo vreemd dat hier ook appelciders worden gemaakt. Jolein lust wel een cidertje op z'n tijd, dus kon een bezoek aan Willie Smith's Apple Shed niet ontbreken! 

Op onze weg naar het zuiden hebben we een bezoek gebracht aan de Hasting Caves and Hot Springs. De Springs (lees: een warmwaterbeekje wat een naastgelegen zwembad verwarmd tot 28 graden) stelden niet zoveel voor, maar de grotten waren wonderbaarlijk mooi. Onder begeleiding van een gids hebben we zo'n 45 minuten in de grotten kunnen rondkijken. In een deel van de grotten is op dit moment niet actief, wat wil zeggen dat daar geen water komt en op dit moment dus geen nieuwe stallachtieten gevormd kunnen worden. Het werk van deze grotten is dus vele miljoenen jaren oud.

Vervolgens zijn we verder naar het zuiden tot aan Cockle Creek gereden. Zuidelijker dan dit punt kun je in Australië met de auto niet komen. De volgende halte: Antarctica! En dat is dichterbij dan we denken... het vasteland van Antarctica is dichterbij dan Cairns in Queensland! We moeten daarbij wel de opmerking maken dat we nog steeds dichterbij de evenaar zitten dan de topografische zuidpool. Vanaf hier gaat er nog wel een vier uur durende hike naar Cape South, maar dan bereik je alsnog niet het zuidelijkste puntje. Ds hike zelf schijnt ook niet zo spectaculair te zijn, dus wij zetten onze reis terug naar het noorden in!

Wat we hebben gemist, maar toch even wilden benoemen...
* Op de campground werden we door onze buren er op geattendeerd dat er een Tasmaanse duivel in de omgeving rondliep. De vorige avond hebben deze mensen dit zeldzame dier gezien nadat ze een rauw ei hadden neergelegd en hebben toen wat kip naar hem gegooid. Natuurlijk wilden wij ook de kans krijgen om dit van het uitsterven geredde diertje in het wild te zien. Toevallig aten wij die avond kipkluifjes en deze hebben wij zorgvuldig voor onze van uitgestrooid. Vanuit de voorstoelen hebben wij vanaf 8 uur 's avonds gewacht en naar buiten gekeken, uiteraard met de lichten uit. Na twee minuten zette Matthijs de dimlichten van de van aan en er was inderdaad een diertje te zien bij onze kipkluifjes, we waren alleen niet snel genoeg met hem op goed de foto te krijgen. Hoewel het een klein diertje was, ongeveer zo groot als een kat maar een stuk dikker, had het wel andere kenmerken dan een duivel. Het was bruin/zwart met witte stippen, terwijl een duivel zwart is met soms een witte streep of vlek over de borst. De rest van de avond hebben wij geen dieren meer gezien voor de camper, maar de volgende ochtend waren wel de kippenbotjes weg. De buren hebben aan ons bevestigd dat het dier dat wij hebben gezien geen duivel was, ze hebben hem zelf ook gezien maar wisten niet zeker wat het was. Kort dachten we nog dat het een kat was, maar het zag er, ook volgens de buren, anders uit. Na wat googelen kwamen we er op uit dat we wellicht een (grote) buidelmarter gezien kunnen hebben, die wel verwant is aan de Tasmaanse duivel. 

* Een ander ding wat we hebben gemist zo diep in het zuiden en op Bruny Island is de kans om het Zuiderlicht te zien. Toen Matthijs een paar dagen later googelde hoe het zat met het Zuiderlicht, bleek dat rond de periode dat wij er zaten er wat activiteit van het zuiderlicht was in de omgeving. Door middel van foto's op een camera op sluimerstand was het hoe dan ook te zien geweest, maar op bepaalde momenten schijnt het ook met het blote oog duidelijk zichtbaar te zijn geweest. De omstandigheden waren 'ideaal': het was helder en er was geen maan. Het enige wat we hier en op Bruny Island hadden moeten doen is een strand of een heuvel op moeten zoeken met zicht op het zuiden. Een enorme gemiste kans... zeker omdat de dagen erna in het binnenland en aan de westkust het weer omsloeg en de omstandigheden niet goed waren. Via de Facebook van Tasmaanse Zuiderlichtspotters konden we zien dat mensen foto's hadden geplaatst bij de plekken waar wij die dagen ervoor waren geweest. De kans om het Zuiderlicht te zien vanaf het vasteland van Australië is aanzienlijk kleiner.

Donderdag 4 april
's Ochtends op de terugweg naar Hobart trok de lucht open. Vanaf een goed onderhouden zandweg kwamen we weer terecht op een Highway die ons door de Huon Valley leidde. Over de heuvels hing een mooie blauw-wazige gloed, wat een mysterieuze indruk op ons achterliet. Na een rit van ongeveer 2 uur was het tijd voor een stop, waar we de Shot Tower hebben beklommen, eerder gebruikt om munitie te produceren. Na afloop tijd voor een lekker kopje thee en scones (voor Jolein) in de bijbehorende Tea Room. De komende dagen staan er flinke ritten op het programma door het 'wilde westen' van Tasmanië.

Vrijdag 5 april
We zijn neergestreken in Mount Field, waar 's ochtends vroeg een mooie hike op het programma stond. Het Mount Field nationaal park staat bekend om zijn lange bomen (de langste van Australië) en zijn prachtige watervallen. We hebben de verschillende hikes die er waren gecombineerd en zo een hike van 2.5 uur kunnen maken door het mooie oerbos van Mount Field. Het gebied werd eerder deze zomer nog geteisterd door verschillende bosbranden, onderweg erheen zagen we ook nog enkele brandjes in de verte woeden. Voor de bossen hier een geheel natuurlijk proces. De ongelofelijk lange bomen, honderden jaren oud, sterven bij een van de branden, vallen op een gegeven moment om en bieden een goede voedingsbodem voor nieuwe vegetatie.

Vanaf Mount Field hebben we onze weg naar het westen ingezet en kwamen we langs enkele waterkrachtcentrales.

Door het Franklin-Gordon Wild Rivers Nationaal Park reden we door naar de West Coast. Vanaf Derwent Bridge was er tot aan Queenstown zo'n 80 kilometer lang wildernis, waar we door bergpassen, dichte bossen en stukken met heide reden. De ongerepte westkust krijgt hier echt vorm! Onderweg zijn we gestopt bij de Donaghys-lookout, te bereiken via een wandeling van een kort half uur.

De tweede stop onderweg door het Franklin-Gordon NP was bij de Nelson Falls. Na een korte wandeling door het koude regenwoud kwam je uit bij dit indrukwekkende plaatje!

Nadat je het Franklin-Gordon Wild Rivers NP uitrijdt verandert het landschap van groen naar bruingrijs. De indrukwekkende bergen waar je tussendoor rijdt zijn volledig kaalgeslagen: een overblijfsel van de koper- en goudwinning in de 19e eeuw. De overgebleven vegetatie is door de zwaveldampen van de smelterijen uit die tijd ook verloren gegaan. Het was voor ons moeilijk voor te stellen dat dit gebied er eerder ongeveer zo uit had moeten zien als het nationale park wat we net zijn gepasseerd. Hier doemt in de Queens Valley het stadje Queenstown op. Om te overnachten zijn we het berggebied achter Queenstown verder ingereden, waar nog een glimp van de oorspronkelijke vegetatie te zien was. Onderweg hadden we prachtige uitzichten, wat ons een beetje deed denken aan de wegen in Nieuw-Zeeland. We hebben gekampeerd aan de rand van een Lake Burbury, waar we helemaal alleen stonden.

Zaterdag 6 april
De volgende - regenachtige - ochtend zijn we Queenstown ingegaan en hebben een bezoek gebracht aan een oud gerestaureerd theater, Paragon. In het stadje zijn nog veel gebouwen overgebleven van de rijkere tijd en is tevens het eindpunt van de Westcoast Wilderness Railway, die begint vanaf Strahan.

Vanaf Queenstown reden we door naar Strahan, waar we 's avonds naar het toneelstuk 'The Ship That Never Was' zijn gegaan, het langstlopende toneelstuk in Australië - het loopt al 25 jaar. Hier wordt het verhaal verteld van 10 gevangenen die een schip kapen om te kunnen ontsnappen. Door de wilderness ontsnappen is namelijk geen optie. Het stuk is hilarisch en werd gespeeld door twee acteurs, maar al snel moest het hele publiek meedoen. Sommige mensen werden eruit gepikt, zo moest Matthijs de rol aannemen van Leslie en Jolein moest in de huid kruipen van mr. Hoy. Uiteindelijk hebben ze het schip laten zinken voor de kust van Chili waar ze twee jaar in vrijheid hebben kunnen leven. Toen ze de tocht voort wilden zetten, zijn ze verraden door twee van hen. Ze zijn ontkomen aan een straf voor muiterij omdat het schip nooit 'heeft bestaan', de documentatie van het schip is namelijk eerder al verloren gegaan. De 10 gevangenen zijn later uiteindelijk afzonderlijk op één persoon na allemaal nog in vrijheid gekomen.

Zondag 7 april
Op een wederom regenachtige ochtend zijn we vanuit de Macquarie Heads campground teruggereden naar Strahan om vanaf daar de West Coast Wilderness Railway te nemen. Onze rit ging niet helemaal door naar Queenstown, maar ongeveer tot de helft: Dubbil Barril. Vanaf daar maakt een andere trein een flinke klim omhoog richting Queenstown. De rails zijn in de 19e eeuw neergelegd om het gewonnen koper vanuit Queenstown naar de haven van Strahan te vervoeren. Het was niet gemakkelijk om door de wildernis deze rails neer te leggen, de grond is zompig/moerassig en het heuvelachtige gebied maakt het ook niet echt geschikt om er een spoor doorheen te leggen. Maar goed, de luceratieve koper business heeft het gewonnen van de obstakels die de natuur hier heeft neergelegd. Het is nog een beetje onduidelijk waar de naam Dubbil Barril (en de schrijfwijze..., niet echt correct Engels) vandaan komt. Er gaat verschillende theorieën rond: 1) de Ieren die aan het treintraject aan het werk waren, schrijven alles zoals ze het zeggen: van daar dubbil barril; 2) het komt af van de stationsverzorgster die elke ochtend, voordat ze haar 10 kinderen moest wekken, de koeien moest melken en zo 'dubbil barril' melk had; 3) een van de kinderen in de gemeenschap schreef op een verslag van wat er op de trein meeging naar Queenstown. De leraar vond de schrijfwijze 'dubbil barril milk' zo leuk, dat dit is blijven hangen en de naam van het station is geworden. Het was een onwijs mooie, vier uur durende rit door het koude regenwoud van de West Coast langs de King River.

Vanaf Strahan zijn we via Zeehan en Rosebery doorgereden naar Tullah, waar we de nacht hebben doorgebracht. De West Coast is naast natuur ook vooral een oude mijnstreek en dat merk je aan alles in de plaatsjes, die het tegenwoordig meer van toerisme moeten hebben. Ook laat deze streek zien dat natuur kan herstellen van uitputting door de mens, zo is een groot deel van het gekapte koele regenwoud inmiddels teruggegroeid in de streek.

Maandag 8 april
De volgende ochtend zijn we vanuit Tullah teruggereden naar Rosebery om naar de Montezuma Falls te wandelen. Deze wandeling gaat over een oud tramspoor die helemaal naar Zeehan leidt. Via dit tramspoor werd goud, zilver en zink vanuit de mijnen naar Zeehan vervoerd. Vanaf het beginpunt naar de waterval duurde de hike ongeveer 1.5 uur door 'hersteld' regenwoud, want om de tram aan te leggen werd het gebied gestript. Vlak voor de grote waterval kwamen we langs een oude mijngang waar je in kon kijken. De Montezuma Falls, vernoemd naar het Mexicaanse mijnbedrijfje uit de regio, zijn met 104 meter de hoogste watervallen van Tasmanië. Na afloop van de wandeling zijn we na een lunch in Rosebery doorgereden naar Burnie. Vanwege het slechte weer hebben we het vervolg van de route een beetje omgooien, zodat we later deze week met goed weer naar Cradle Mountain kunnen gaan :).

Na een regenachtig middagje gevuld met wassen en zwemmen bij de camping in het havenstadje Burnie, was het tijd om eens lekker uit eten te gaan. Heel toepasselijk heette het restaurant Raindrops Restaurant.

Dinsdag 9 april
We zetten vanaf Burnie de weg terug in naar het zuiden, richting Cradle Mountain. Het gebied rondom Cradle Mountain staat er om bekend een van de mooiste plekjes van Tasmanië te zijn. Het weer is ongelofelijk veranderlijk, en dat merkten wij goed toen wij op een - in eerste instantie zonnige - dinsdagmiddag op pad gingen om een kijkje te nemen in het natuurgebied. Vandaag een korte wandeling, ook vooral om even bij het informatiecentrum te kunnen kijken voor de dag erna waar we een flinke hike wilden doen. We werden met de shuttle bus gedropt bij het laatste bushalte - Dove Lake - en liepen via een relatief eenvoudig wandelpad terug richting de voorlaatste halte - Ronny Creek. In dat kleine uurtje liepen we al door hagel, sneeuw, regen én zon. Vlakbij Ronny Creek kwamen wel de wombats al te voorschijn, die vooral 's nachts leven.

Omdat Cradle Mountain afgelegen ligt en de faciliteiten daarom duur zijn, zijn wij naar een campground doorgereden een half uur verderop. Bespaart je toch al gauw zo'n 60 dollar per nacht. 😉 Hier hadden we wel een mooi uitzicht op Mount Roland!

Woensdag 10 april
De volgende ochtend reden we terug richting Cradle Mountain en namen we een van de eerste shuttle busjes, wederom richting Dove Lake. Langs dit prachtige meer zullen wij vandaag een groot stuk hiken. Er liep een eenvoudige hike van ongeveer 2 uur langs het meer, maar boven aan de bergen langs het meer liepen ook hikes. Wij besloten ons eigen 'circuitje' samen te stellen en liepen bovenlangs over de Lake Rodway Track, die leidde naar een meer achter de Cradle Mountain. Deze route was behoorlijk uitdagend. We waren het al gewend om rotsen te moeten beklimmen om van A naar B te komen, maar op het stuk voor de Hanson Peak moesten wij ons door middel van kettingen omhoog trekken, waarmee we gelijk moesten terugdenken aan een van onze hikes in Nieuw-Zeeland. We hadden vandaag enorm geluk dat de zon vol op scheen, alleen rondom de Cradle Mountain hingen wat sluiers. Het uitzicht was werkelijk prachtig vanaf hier. Je staat lijnrecht tegenover de beroemde Marions Lookout aan de andere kant van het meer, maar hier is het uitzicht eigenlijk een stuk mooier met een 360 graden uitzicht over Dove Lake, de Cradle Mountain en meertjes aan de andere kant van de Hanson Peak.

Vanaf hier zijn we over een rotsachtige track doorgelopen naar de Face Track, waar we onder Cradle Mountain langsliepen. Aan het eind van dit stuk werd het ook meer bewolkt waardoor we alle jassen die we net uit hadden gedaan en weg hadden gestopt weer aan moesten doen. Het pad ging van rotsachtig naar ronduit moerassig. De planken die waren aangelegd om over te lopen waren op sommige stukken ook weggespoeld. We kwamen uit bij Kitchen Hut, waar de beroemde meerdaagse Overland Track loopt. We hebben die track in tegengestelde richting gelopen naar Marions Lookout, waar hier ook weer een prachtig uitzicht te zien was. Vanaf daar hebben we de Crater Lake aangehouden en liepen we over de Overlandtrack terug naar Ronny Creek, de voorlaatste bushalte. Het pad vanaf Kitchen Hut was beduidend makkelijker, en voor ons lekker omdat het alleen maar omlaag ging. Uiteindelijk hebben we er een tochtje van 6 uur van gemaakt door dit prachtige gebied!

Donderdag 11 april
Vandaag hadden we een rustig dagje op het programma na de hike van gisteren. Nadat we waren 'uitgeslapen', (lees: half 9, wintertijd komt hard aan...) konden we lekker ontbijten in het zonnetje op de campground in Growie Park. Hierna reden we naar Sheffield (waar we op onze eerste dag hier al waren vanwege de prachtige muurschilderingen die daar te zien zijn) voor een douche en een kopje koffie met cake. We moeten zeggen: Sheffield ziet er heel anders uit in het zonnetje. 's Middags reden we de toeristische route richting Mole Creek, waar we onderweg wederom door via heuvelweggetjes door prachtige bossen en mooie vergezichten reden. We hebben daarna een tour gedaan door de Marakoopa Cave, grotten van lijmsteen met daarin ook weer enkele indrukwekkende sallachmieten en stallachtieten. Onze dag eindigden we in Chudleigh, waar we goedkoop konden kamperen.

Vrijdag 12 april
Onze laatste dag in Tasmanië voor we terugvaren naar Melbourne en we hebben zowaar tijd over! We zitten al relatief vlakbij Devonport waar vanuit de boot vertrekt, en omdat we de planning moesten omgooien vanwege het weer waren we iets eerder in deze omgeving dan gepland. Gelukkig zit Tasmanië vol met proeverijen bij boerderijen, zoals deze honey farm die tegenover onze campground zat. En verrek: het werd beheerd door Nederlanders. Na een leuk gesprek over hun ervaringen met emigreren naar Australië en wat honingproeven, heeft Matthijs bijenwas voor zijn schoenen gekocht en Jolein een lekkere bijenwas lipbalsem.

Via een omweg door het 'Teletubbieland' van Mole Creek kwamen we uit bij de Alum Cliffs, te bereiken met een wandeling van 20 minuten. Wederom een mooi uitzicht!

Na een lekker kopje koffie in Deloraine, zetten we de weg richting Devonport in. Onderweg komen we nog langs de Anvers Confectionery, waar we hebben gekeken in de fabriek en in het museum, plus lekker chocolade hebben geproefd en een ijsje hebben gegeten.

Zaterdag 13 april
Vroeg op, want we moeten de boot naar Melbourne halen! Met de Spirit van Tasmanië maken we een trip van zo'n 10 uur over de Bass Strait, terug naar het vasteland van Australië. 

Over een ruime week zijn we alweer aan het werk in Coogee, Sydney, bij het restaurant waar we eerder al hebben gewerkt. We hebben de komende week de tijd om nog in Melbourne rond te kijken voor we terugrijden naar Sydney. Onderweg proberen we nog wat mooie routes te rijden en onder andere Canberra, de hoofdstad van Australië, te bezoeken. Ook in Sydney gaan we niet stilzitten, zo komt op Koningsdag onze eigen Guus Meeuwis optreden, dat kunnen we natuurlijk niet aan ons voorbij laten gaan. Ook gaat Matthijs in Sydney een duikcursus volgen. We verwachten een ruime 2 maanden te kunnen werken en te kunnen sparen voor onze trip verder door Australië. Ons volgende doel: de oostkust van Australië. Tegen de tijd dat het winter wordt in het zuiden van Australië, wordt het in het noorden een stuk aangenamer. Wij willen dan ook met het lekkere weer meereizen, uiteraard!

Tot de volgende blog!

Matthijs & Jolein

Foto’s

1 Reactie

  1. Raymond:
    14 april 2019
    Goed verslag van jullie belevenissen op Tasmanië! Wat is daar enorm veel te doen ook... Geniet van de komende week en succes met werken alvast!