#17 Van Broome terug naar Sydney

9 november 2019 - Randwick, Australië

(Foto's bij dit verhaal kun je hier (Broome > Esperance) en hier (Esperance > Sydney) zien, maar je kunt ook natuurlijk altijd op PolarSteps kijken voor foto's bij het verhaal)

Selamat siang,

Inmiddels zitten we op het zonovergoten eiland Bali in Indonesië, maar jullie hebben nog een verhaal van een ruime maand in Australië te goed van ons. In deze maand is er veel gebeurd. Toen we in Broome zaten spraken we voor het eerst met Sebastian via Facebook, hij had interesse in onze campervan. We hebben snel daarna, rond Exmouth, gebeld en een deal met deze jongen gesloten. We hebben de campervan verkocht voor dezelfde prijs als dat we hem hebben gekocht, dus uiteindelijk zijn we alleen geld kwijt geweest voor de investeringen in de camper en het leven in Australië. Uiteindelijk in Sydney is alles volgens plan gegaan en hebben we de camper afgegeven. Eind goed, al goed en een hoop kopzorgen bespaard gebleven! 

De route die deze blog beslaat is de route langs de westkust vanaf Broome, met een omweg in het binnenland door Karijini Nationaal Park. Vanaf Perth hebben we de zuidwestkust meegepakt tot aan Esperance, waarna we het reistempo omhoog hebben gegooid en de beruchte Nullarbor hebben doorkruist. We hadden nog tijd voor een kleine scenic route langs de kust van de Eyre Peninsula in Zuid-Australië, waar we vanaf Port Augusta via Renmark, Mildura, Orange en de Blue Mountains terug rijden naar Sydney.

Zondag 22 september - woensdag 25 september - van Broome naar Karijini
We stoppen 's avonds vlak voor Port Hedland bij een rest area, waar de volgende dag richting het stadje rijden. Deze stad is vooral industrie en strand, verder valt er weinig te beleven. Om het rijden te onderbreken gaan wij een paar uurtjes naar het strand om vervolgens de weg naar het zuiden in te zetten, richting Karijini National Park. We rijden hiermee een stuk van de westkust weg en gaan weer het binnenland in. 's Avonds komen we bij een rest area terecht waar we nog gezellig praten met een Nederlandse jongen die de andere richting op reist met zijn vriendin.

De volgende ochtend is het nog anderhalf uur rijden naar Karijini Nationaal Park. We hebben die dag een plek geboekt op de Dales Campground, waar we ons installeren en vervolgens een wandeling maken bij de Dales Gorge.

We beginnen met de rim-walk, aan de bovenkant van de gorge, met lookouts en inkijken in de gorge. Vervolgens nemen we het pad naar beneden naar de Circular Pool, wat prachtig verborgen ligt in het einde van de gorge. Vervolgens nemen we de weg terug benedenlangs tussen de gigantische rotswanden. Het pad is wat uitdagender en we moeten regelmatig het water oversteken. Aan het einde van de gorge komen we eerst bij de Fortescue Falls, waarna je nog door kan lopen naar de Fern Pool, waar we nog lekker hebben gezwommen. Na de volle middag hiken, relaxen en zwemmen lopen we terug naar de campground.

Het park bestaat over geasfalteerde wegen uit twee delen (en nog veel meer delen als je de ongeasfalteerde wegen meerekent), en tussen deze twee delen ligt een gravelroad die normaalgesproken niet gereden kan worden door 2WD's. In het midden van deze ligt de Kalamina Gorge. We besluiten in eerste instantie om te rijden richting het andere geasfalteerde deel van het park, om vervolgens nog via die kant de kortere weg naar de Kalamina Gorge proberen te nemen (16 km i.p.v. 34 km over ongeasfalteerde weg). De wegen zouden recentelijk bewerkt zijn en daarom wat makkelijker te rijden.

We nemen dus eerst de omweg en bezoeken eerst de Weano Gorge, waar we in afdalen en in de vroege ochtend hiken naar de Handrail Pools, verstopt tussen de rotsen. Ook dit pad is leuk en uitdagend, we moeten door smalle, glibberige rotsgangen klauteren om de pools te bereiken. We hadden het rijk hier voor ons alleen en konden genieten van deze prachtige pools. Hierna lopen we de Weano Gorge tussen de rotsen en lopen we via de rim walk terug. Vanuit daar kun je naar de lookouts lopen van 4 andere verschillende gorges die hier samenkomen (de Oxer lookout en de Junction lookout).

We rijden een stuk verder en komen aan de rand van de ongeasfalteerde weg, hier slaan we nog af en rijden we naar de lookouts van de Knox Gorge en vervolgens de Joffre Falls. We wagen het er toch op de gravel road te rijden richting Kalamina Gorge. De eerste 11 kilometer is de 'doorgaande hoofdweg', die Weano en Dales verbindt. Deze is inderdaad heel goed te bereiden en we kunnen met 70 km per uur over de weg denderen met onze van. Vervolgens komt de afslag richting Kalamina Gorge, nog 6 zo'n kilometer over een '4WD-only' road. We zien aan het begin van de weg al de grote machines staan die de weg hier recht moeten trekken, en deze weg is duidelijk nog niet aan de beurt geweest, helaas. De eerste 3 kilometer komen we nog door, ondanks de vele putten, gaten en oneffenheden: over de hele weg zitten hobbeltjes, die ongeveer 20 cm uit elkaar liggen en na verloop van tijd de weg vrij onberijdbaar maken, althans voor 2WD's. Na gehobbel komen de heuvels op en af, met moeilijk berijdbare gravel. Dit is het punt waar we dan ook helaas moesten omdraaien. We waren net te vroeg om deze weg te kunnen rijden, waarschijnlijk was het wel gelukt als deze behandeld zou zijn. We hebben het in ieder geval geprobeerd, in ons achterhoofd wetende dat normaal gesproken deze wegen helemaal niet geschikt zouden zijn voor de camper. De rest van het park kunnen we met een 2WD-campertje niet bereiken. We laten het park achter ons en zetten de weg in, terug naar de westkust.

Donderdag 26 september - Exmouth
De weg van Tom Price, wat naast Karijini ligt, naar Exmouth, onze volgende bestemming, loopt door een steppelandschap vlak boven de Steenbokkeerkring. We rijden dus nog net in de tropen, ook al worden de avonden flink koeler en de landschappen een stuk droger. De rit is nog zo'n 600 kilometer, wat we niet meer op één dag gaan redden. We slapen vlak voor Nanuturra, ongeveer halverwege de weg, op een rest area.

De volgende ochtend rijden we bijtijds weg. Vanaf Nanuturra komen we weer op de kustweg uit, die we nog een klein stuk volgen voordat we afslaan naar het schiereiland van de Coral Coast, waar aan het Ningaloo Reef ligt. Hier rijden we weer zo'n 100 kilometer richting het noordwesten, naar Exmouth. Exmouth ligt vlak naast het Cape Range Nationaal Park en het bijhorende Ningaloo Marine Park, wat we morgen gaan bezoeken. We gaan naar een camping middenin het vakantiedorpje Exmouth. Hier worden we nog lastiggevallen door een stel emoes. 's Avonds gaan we nog het dorpje in en drinken we gezellig wat bij een van de brouwerijen van het dorp.

Vrijdag 27 september & zaterdag 28 september - Ningaloo Reef & Cape Range NP
Vanuit Exmouth rijden we door naar het achterliggende nationale park, Cape Range, met daaraan grenzend het Ningaloo Reef Werelderfgoedgebied. Het zijn de dagen net voor de schoolvakanties en we hebben met ontzettend geluk nog een kampeerplek aan het strand weten te boeken voor de avond. Dat we geluk hadden werd heel erg duidelijk toen we het park inreden, overal was aangegeven dat álles volgeboekt was.

We beginnen de dag bij het uitzicht vanaf de Vlamingh Head Lighthouse. Net als aan de rest van de kust, vind je ook hier de aanwijzingen van de nabije aanwezigheid van Nederlanders hier enkele eeuwen geleden. Voor ons, omdat we een 2WD hebben, is de route langs de kust 1 kant op en moeten we via dezelfde weg terug, we rijden dus eerst naar het einde van de route om daarna de weg terug in te zetten. We stoppen dus als eerst bij het laatst bereikbare punt, Yardie Creek, waar we aan de rand van de achterliggende kloof een wandeling doen met prachtige uitzichten over de kloof en de oceaan. Je kunt het rif ook vanaf alle uitzichtpunten makkelijk zien liggen.

We zetten de weg terug in en komen langs Mandu Mandu Gorge, ook bij deze kloof doen we een wandeling. Deze is droogstaand en daarom kun je dus makkelijk door de kloof lopen. Vervolgens komen we bij onze eerste snorkellocatie, bij Turquoise Bay, waar we de drift snorkel doen. Het grote verschil met het Great Barrier Reef aan de andere kant van het land is dat het rif hier vlak aan de kust al begint. Je kunt hier dus het water inlopen, je snorkelset aandoen en rondkijken. Helaas was deze dag de wind en ook de stroming erg sterk, we hebben dus vooral dwarrelend zand in het water gezien. We konden wel wat koraal herkennen en zagen een hoop vissen, maar de snorkelomstandigheden waren niet ideaal.

We hadden dus een kampeerplek geboekt in het park, en kwamen uit bij Tulki Beach, waar we dus echt aan de kust stonden. Jolein is nog enthousiast gaan snorkelen en vervolgens hebben we de zonsondergang bekeken. We hebben heerlijk kunnen genieten van deze plek! Het is ook niet zo gek dat dit zo populair is, voor 2 tientjes kun je in de nationale parken kamperen en dan kom je dus op zo'n plek terecht. Geen duur holiday park wat hier tegen op kan boksen!

De volgende ochtend waait het wat minder hard en wagen we ons dus nog bij een andere snorkellocatie, Lakeside. Het zicht is wel beter, maar de stroming is nog steeds erg sterk. We werden in rap tempo langs de riffen gevoerd en stonden al weer snel op het strand.

We rijden de route door het nationale park af. Onderweg komen we nog wat wildlife tegen: varanen, dingo's en emoes. 's Middags rijden we door vanuit Exmouth naar het volgende plaatsje, Coral Bay. Het zullen voorlopig onze laatste momenten in de tropen worden want we passeren hierna de steenbokskeerkring. Het kleine plaatsje is een van de plekken waar je makkelijk het Ningaloo Reef kan bekijken, verder valt er weinig te beleven. Jolein gaat dus nog even snorkelen, terwijl Matthijs wat nodige telefoontjes kan plegen. 's Avonds hebben we wat te vieren: onze campervan is verkocht over een ruime maand in Sydney. We hebben nu dus officieel een eindbestemming en een globale planning, en ook heel wat zorgen minder!

Zondag 29 september - Monkey Mia
Vanuit een campground vlak onder Coral Bay rijden we de volgende dag door richting Carnavon. Hier hebben we een boodschappen-/was-/blogdag ingelast, we kunnen weer even opladen. Carnavon is bekend als de zuidelijkere poort voor het Ningaloo Reef, maar ook in deze stad valt weinig te beleven (ook al is het een stuk groter). We rijden die avond door naar een roadhouse vlak voor de afslag richting Shark Bay, de volgende ochtend gaan we in alle vroegte weg om naar Monkey Mia te rijden.

Het is inmiddels schoolvakantie en retedruk overal, we hebben er dus goed aangedaan een stukje van deze toeristische attractie af te gaan staan. Ondanks het feit dat we om half 6 moeten wegrijden en eigenlijk niet in de schemering zouden moeten rijden... Hier worden we nog even aan herinnerd als we kangoeroes en emoes zien oversteken tijdens onze rit. Na ongeveer anderhalf uur arriveren we in Monkey Mia, een groot resort aan Shark Bay. Buiten dat het een relaxed resort is waar je vakantie kunt vieren met alles er op en er aan, is het ook een plek waar dolfijnen dicht aan de kust komen om gevoerd te worden. In het verleden ging dat om grote hoeveelheden, maar inmiddels hebben ze er wel over nagedacht en krijgen ze maximaal 10% aan hun dagelijkse hoeveelheid vis binnen bij deze 'dolphin feedings', waardoor ze nog redelijk wild blijven en de zee op gaan om te jagen op vis.

De dolfijnen worden op 3 verschillende momenten in de ochtend gevoerd, en zeker bij de allereerste is er een grote mensenmassa. Wij zijn bij 2 voersessies blijven staan, de eerste hebben we van een afstandje toegekeken en bij de tweede stonden we er heel vlakbij, zodat we de dolfijnen van dichtbij konden zien. Super toeristisch, maar toch een leuke ervaring! Boven Monkey Mia ligt het Francois Perron Nationaal Park, wat we helaas zonder 4WD niet kunnen bezoeken. We rijden dus de prachtige route (dit keer volledig overdag) terug met 2 mooie baaien ernaast, een links en een rechts. We stoppen bij de verschillende lookouts, zien haaien zwemmen en stoppen even op Shell Beach, waar het strand volledig uit schelpen bestaat.

Maandag 30 september & dinsdag 1 oktober - Kalbarri & Elbenjo Farmstay
Na ons bezoek aan Shark Bay, rijden we die dag nog een paar honderd kilometer naar het zuiden, waar we stoppen op een rest area vlakbij onze volgende bestemming. Het grote nadeel was echter, en dat hadden we niet zien aankomen een stuk naar het zuiden, waren de miljoenen vliegen die ons continu lastig vielen. Ondanks het koelere weer, de nabijheid van de zee en flinke wind waren de vliegen letterlijk overal. Eigenlijk was dit nog erger dan in het verre noorden of in de outback, wat bekend staat om de vele vliegen.

's Morgens rijden we richting het nationale park. Het is public holiday (feestdag) én schoolvakantie, daarnaast is alles in dit park makkelijk bereikbaar met de auto en korte wandelingen. Het gevolg: het is voor (Australische begrippen) ontzettend druk, met vooral veel Australische en Aziatische toeristen. We komen eerst bij Hawks Head lookout Ross Raham lookout terecht, twee prachtige lookouts (en wederom een hoop vliegen). We rijden daarna door naar het volgende deel van het nationale park, waar Natures Window de absolute trekpleister is. We hebben maar geen foto in deze aparte rots gemaakt want er stonden een hoop mensen te dringen voor een foto. Vervolgens reden we door naar de Z-bend, waar de kloof een soort Z-bocht maakt (wat je niet helemaal kunt zien, maar het is wel grappig om te weten).

Na een koffie- en snackstop in het plaatsje Kalbarri zelf rijden we door naar het andere gedeelte van het nationale park, de coastal cliffs. De rit zelf is dichtbij de zee al prachtig te noemen, maar bij de verschillende lookouts kun je ook naar de rotsformaties kijken. We laten de foto's maar voor zich spreken. We worden er hier nog even aan herinnerd dat het toch echt de Nederlanders waren die waarschijnlijk als eerste Europeanen voet aan wal zetten op het Australische vastenland. Verder worden we nog vergezeld door een stel walvissen die verder op zee wild met hun staart in het water slaan, wat trouwens gigantisch veel herrie maakt. Onmogelijk om op de foto te krijgen, maar desondanks een fantastisch gezicht.

We rijden de kustrit af en komen uiteindelijk bij het (ontzettend zoute) Pink Lake terecht. Een grappig gezicht!

Op zoek naar een goedkope camping in de buurt van Kalbarri komen we bij Elbenjo terecht. En achteraf hadden we daar geen spijt van, want we hadden het absoluut niet beter kunnen treffen! Bij aankomst bellen we het telefoonnummer wat vermeld staat en een vrouw komt aangelopen. Al snel bleek dat ze Nederlands was en woont al 20 jaar in Australië met haar Nieuw-Zeelandse man. Als voorbereiding op hun oude dag hebben ze een wildlife sanctuary met gewond wildlife, boerderijdieren en camping opgezet, waar ze keihard voor werken om dit verder te ontwikkelen en daar een klein centje mee te kunnen verdienen. Die nacht en ochtend regende voor het eerst in een lange tijd hier, waar wij als Nederlanders natuurlijk van harte om werden bedankt voor het meenemen van het weer.

Voor 7.50 per persoon heb je een nacht op een camping met goede faciliteiten, een mooie beschutte camp kitchen, toiletten en koude douches. Voor 12.50 kun je ze steunen en meedoen met de farmtour de volgende ochtend. De Nederlandse vrouw is lekker excentriek en begeleidde op fantastische wijze deze tour, wat ze met het hele gezin verzorgd. Leuk voor kinderen, maar vanwege haar humor ook leuk voor volwassenen. We worden bij het station naast de farm op een zelfgemaakt treintje gezet, krijgen een treinkaartje (een geplukt boomblaadje), en rijden richting de boerderij. De dieren leven hier ruim maar staan allemaal rond voedertijd vlakbij de hekken, waar je ze makkelijk eten kunt geven en kunt aaien. Een kalf, struisvogels, een geit, schapen, lammetjes, kangoeroes, emoes, eenden, kippen, een varken, papegaaien en heel veel andere vogels komen hier langs en worden gevoerd, terwijl we de achterliggende verhalen te horen krijgen.

We hadden deze ochtend de ultieme Australische boerderij-ervaring!

Dinsdag 1 oktober - Geraldton
Vanuit de boerderij rijden we door naar Geraldton, een rit van zo'n 60 kilometer. We nemen wat omwegen en rijden door leuke heuvels en boerenland. Aangekomen in Geraldton doen we weer een kleine reparatie aan de van en krijgen we vanuit de garage gelijk een hoop advies mee om het stadje te verkennen, inclusief gratis kampeerplaats. Het is behoorlijk opvallend dat in een wat grotere stad gratis kampeerplekken worden aangeboden dus maken we graag van de gelegenheid gebruik: we parkeren bij de vuurtoren vlak aan her strand. Vervolgens lopen we een flink stuk terug naar het stadje door havengebied, om vervolgens langs de Esplanade en Foreshore te gaan lopen. We komen langs een replica van het Nederlandse schip de Batavia, wat hier voor de kust van West-Australië is vergaan. Gezegd wordt dat enkele overlevenden van de bemanning de eerste Europeanen waren die voet zetten aan wal in Australië, en zij zijn destijds geholpen door Aborigonals. We zien onze rol in de geschiedenis dus ook hier weer terug, naast bijvoorbeeld de ontdekkingsreizen van Abel Tasman. Niet voor niks heeft Australië (en later West-Australië) voor een lange tijd Nieuw Holland geheten.

Onze eerste stop is na ruim een uur lopen een leuk restaurantje in de haven. Na een hapje en een drankje lopen we verder langs de foreshore naar de nieuwe attractie in de stad: een kristallen bol die aan het water is geplaatst en een soort spiegelbeeld van het uitzicht laat zien. Dit effect was wel extra mooi met zonsondergang. Vanaf daar lopen we terug, meer door het binnenstadje. Her is inmiddels donker maar de paar bezienswaardigheden die er zijn, zijn wel verlicht. Zo lopen we nog langs het HMAS Sydney Il monument, voor een gebombardeerd schip uit WO-II. Langs de kathedraal en een straat met barretjes en street art lopen we vervolgens terug naar de kampeerplek.

Woensdag 2 oktober t/m vrijdag 4 oktober - Indian Ocean Drive & Pinnacles
Vanaf Geraldton volgen we de weg naar beneden richting Perth. Omdat we een slome ochtend hadden, besloten we de rit naar Perth over 2 dagen te verdelen en onderweg ergens te verblijven. De eerste dag rijden we naar Green Head, waar we lekker vroeg op de camping komen en even uitrusten. Die middag lopen we nog de Three Bay Walk door de duinen bij het dorpje.

De volgende ochtend rijden we langs Jurien Bay, een groot toeristenplaatsje, richting Cervantes. Bij Cervantes rijden we naar lake Thetis en de Hanson Bay lookout, over een onverharde weg.... later reden we terug naar Cervantes voor een hapje en een drankje. Teruggekomen bij de camper wilden we wegrijden en hadden we een lekke band, na amper 60 kilometer gereden te hebben vandaag. Gelukkig hebben we roadside assistance en konden we te hulp worden geschoten (onze reserveband miste, maar dat is een ander verhaal). Omdat de wegenwacht hier geen reservebanden meedraagt werden we weggesleept naar Jurien Bay, waar onze band geplakt werd.

We zetten de weg terug in richting Cervantes. Het was al redelijk laat op de middag dus besloten we op de camping te blijven in het dorp. Hier werden we al gewaarschuwd dat het flink zou gaan stormen de volgende dag.

De volgende ochtend is het weer inderdaad omgeslagen. Het heeft geregend en het waait hard, maar niet zo heftig als werd gezegd. Vandaag gaan we naar een van de bekendste attracties aan de westkust, de Pinnacle desert, zo'n 200 km boven Perth. Het was een gaaf gezicht in de harde wind, toen het vervolgens ook nog eens ging regenen zaten we gelukkig al in de auto en konden we met onze campervan de route tussen de Pinnacles doorrijden. Zonder nat te worden of gezandstraald te worden!

De rest van onze weg naar Perth bleef het stortregenen en waaien. We besluiten niet meer te stoppen onderweg, bij uitzichtpunten kun je toch amper iets zien. Na 2.5 uur rijden komen we aan in Perth en zoeken we een leuk barretje op in het trieste weer. Na een biertje bij de Dutch Trading Company, een leuk biercafé in Perth, rijden we naar een goedkope camping in de wijk Welshpool. We kunnen vanuit hier met de trein de stad verkennen. 's Avonds gaat de wind gelukkig liggen en kunnen we onze luifel opzetten en weer buiten zitten en koken. 😁 De regen was wel even ontzettend fijn, alles ruikt weer natuurlijk fris en de camper is ook weer mooi schoongespoeld. Ongelofelijk, dat wij de regen nog eens zouden missen...

Zaterdag 5 oktober - Perth & Fremantle
Na de storm van gisteren is het vandaag weer wat aangenamer. Met zo'n 20 graden en wat bewolking het ideale weer om Perth te verkennen. 's Morgens nemen we de bus richting de rand van het centrum en lopen we een rondje om de stad te verkennen. Perth is een leuke, makkelijk bereikbare stad met een mix van oudere en nieuwe gebouwen. Het is in vergelijking met Brisbane en Darwin een veel levendigere hoofdstad van een staat in Australië, maar dat is misschien ook wel omdat Perth een van de meest afgelegen steden ter wereld is. Hoewel het geen echt noemenswaardige attracties heeft in het stadscentrum - de bekendere attracties liggen vooral rondom Perth - is het wel leuk om even rond te kijken. Zo komen we langs de winkelstraatjes, het Government House en bij Elizabeth Quay met de Bell Tower, vanuit waar je een leuk uitzicht hebt over het centrum.

Vanuit Perth zijn we een kijkje gaan nemen in de hippe voorstad Fremantle. Fremantle (Freo) is een oud, hip stadje tegen Perth aan waar veel barretjes, restaurantjes en stranden te vinden zijn. Daarnaast heeft het ook een grote haven, een grappige mix. Vanuit het treinstation loop je zo het stadscentrum in, waar we Cappuccino Strip induiken om een koffie te scoren. Vervolgens lopen we door naar de overdekte markten, waar het krioelt van de mensen op zaterdagmiddag. We lopen verder richting de waterkant en duiken onderweg nog wat winkeltjes in om rond te kijken.

's Avonds nog teruggekomen in Perth en een rondje hebben gelopen in de wijk Northbridge. Bij een Aziatische foodhall hebben we wat lekkers gescoord om een leuke dag goed af te sluiten!

Zondag 6 oktober - Rottnest Island
Als je in Perth bent, kan eigenlijk een bezoek aan Rottnest Island niet ontbreken. Op dit kleine, autovrije eiland leven quokka's, een apart soort wallaby wat ook wel het vrolijkste dier ter wereld wordt genoemd. We nemen 's ochtends in alle vroegte de trein naar Fremantle, vanuit waar we de ferry kunnen nemen richting het eiland. Daar aangekomen huren we een fiets waar we die dag het eiland mee overcrossen. We zetten eerst de weg in naar de westpunt van het eiland. Omdat het eiland autovrij is, het zondag is en schoolvakantie is, is het ontzettend druk met fietsende gezinnen. Reken daar de Aziatische toeristen bij en je kunt je een enorm chaotische situatie wel voorstellen. Verkeersregels bestaan niet meer, iedereen stopt overal (en het liefst midden op de weg) of rijdt aan de verkeerde kant. Wij zelf hebben inmiddels al bijna een jaar niet gefietst maar halen iedereen met gemak in en slalommen onze weg over het eiland. De enkele keer dat we een quokka zien, staat er ook een dikke rij met Aziaten eromheen die er mee op de foto willen.

Het gebied lijkt heel erg op een Nederlands duingebied, inclusief tegenwind en de lage heuveltjes op en af. Dit stopt gauw zodra je bij een van de stranden komt, waar je prachtig turquoise water ziet en mooie rotsen. Vanaf de vuurtoren, waar we een koffiestop houden, wordt het al wat rustiger op de weg, waardoor we wat prettiger kunnen doorfietsen richting het westpunt. Vanaf hier is er een prachtig uitzicht over zee en leven er zeehonden tussen de rotsen. Op onze weg terug langs de verschillende strandjes en mooie duinen, komen we bij een vakantiedorp aan waar het stikt van de quokka's, ze weten dondersgoed waar het eten te vinden is. De beestjes zijn ontzettend tam en laten zich makkelijk benaderen. De tijd vliegt en we hebben ons rondje over het eiland afgemaakt, zo'n 25 kilometer op een rotfietsje, waardoor we flink moe zijn en zadelpijn hebben. We rusten nog even in het dorpje voor we aan het eind van de middag weer op de boot gaan richting het vasteland.

Maandag 7 oktober & dinsdag 8 oktober - Perth (2)
Op maandag hebben we een relaxed stranddagje. We kunnen met de trein makkelijk naar het strand toe en we geven onze campervan dus nog een dagje vrijaf.

Voordat we op dinsdag Perth verlaten gaan we eerst nog even wat praktische zaken regelen in de morgen, zoals een nieuwe reserveband en wat boodschappen. Tussen het regelen door rijden we nog even langs de Dutch Butcher voor een broodje frikandel speciaal en kroketten, slaan we bij de Dutch Shop in Swan Valley nog wat dropjes en paprikachips in (dat is allemaal al een flinke poos geleden!!) en zijn we vervolgens weer genoeg opgeladen om de reis voort te zetten. We rijden naar de rand van de stad, door de Perth Hills, en maken eerst nog een kleine wandeling naar de Lesmurdie Falls, waar je vanaf de lookout een uitzicht hebt over de skyline van Perth.

Woensdag 9 & donderdag 10 oktober - Perth naar Margeret River
Vanaf Perth rijden we door richting Rockingham, waar we bij Cape Perron nog even stoppen voor een mooi uitzicht. We kamperen die avond bij een rest area ter hoogte van Mandurah.

Na een ochtend vol camperklusjes rijden we de volgende middag door naar Lake Clifton, waar trombolieten te zien zijn, een van de oudste levensvormen op aarde... een soort levende fossielen. Daarna rijden we naar het mooie kustplaatsje Bunbury, waar we vanaf de Marleston Hill lookout een mooi uitzicht hebben over het stadje en de kust, gevolgd door een kopje koffie aan het strand. Het weer is een stuk wisselvalliger naarmate we naar het zuiden rijden. Soms lijkt het net of de door Nederland rijden als we door het vlakke groene land rijden, met de grijze luchten erboven. We eindigen de dag bij Gnomesville, waar reizigers een tuinkabouter achter kunnen laten en inmiddels is uitgegroeid tot een compleet 'dorp' vol met tuinkabouters. Vlak bij Donnybrook komen we in de bossen op een mooie campground terecht.

Het is inmiddels donderdag en we rijden door richting Busselton, via verschillende scenic routes. Dit gezellige kustplaatsje heeft de 'longest wooden jetty in the southern hemosphere', waar toeristen met een treintje over de anderhalve kilometer lange pier een ritje kunnen maken. De ochtend vervolgen we met een rit Dunsborough met de achterliggende Cape Naturaliste, waar we bij verschillende strandjes en uitzichtpunten stoppen voor het mooie uitzicht. We besluiten een bezoekje te nemen aan de vuurtoren die er staat, maar eigenlijk was hier het uitzicht een stuk minder boeiend dan bij de strandjes ervoor en erna. Wat wel leuk was: je hoefde nog maar 5 seconden in de oceaan te kijken en je zag walvissen rondspartelen.

Via de Caves Road zetten we de weg in richting Margeret River. In deze regio, tussen twee kapen in, kan je met gemak een week doorbrengen. Het heeft dramatische kustlijnen, grotten, prachtige stranden, heel veel wijngaarden en andere culinaire specialiteiten. Wij moeten het echter in een dagje doen omdat we binnen twee weken in Sydney terug moeten zijn, waardoor we keuzes moeten maken. We doen een wijnproeverijtje bij Willespie, een kleine wijngaard met een paar lekkere wijnen op de kaart. Even verderop gaan we naar een chocolaterie, waar het dan weer stikt van de toeristen, hoewel er weinig te proeven valt. Bij de paar chocoladeproevers die er zijn staan ook rijen met mensen die zakjes volscheppen en er loopt continu een dame rond die mensen er op aanspreekt. Deze gekkigheid laten we gauw achter ons en we rijden door naar een camping vlak onder Margeret River, waar we overnachten tussen de kangoeroes, paarden en ezels.

Na een kopje koffie in Margeret River is het de volgende ochtend tijd om de weg te vervolgen richting de zuidwestkaap van Australië.

Vrijdag 11 oktober & zaterdag 12 oktober - Margeret River naar Denmark
Vanuit Margeret River rijden we over de Caves Road door richting de zuidwestkaap van Australië. De wijngaarden laten we langzaam achter ons en we komen door bossen met lange, kaarsrechte bomen. Onderweg nemen we nog een kijkje bij Hamelin Bay, een prachtig strand waar je de roggen zo in de zee kunt zien zwemmen. Bij Cosy Corner worden we bij het mooie uitzicht ook nog eens getrakteerd op mooie wildflowers.

We vervolgen de route richting Augusta en de achterliggende kaap, Cape Leeuwin. Net voor de stortregen losbarst weten we nog wat fotootjes te maken, en we besluiten door de regen deze keer maar een bezoek aan de vuurtoren over te slaan. De weg wordt vervolgd richting het oosten in plaats van het zuiden, nog zo'n 4200 kilometer* (omwegen niet meegerekend) richting Sydney! (En dat in twee weken...) Tot aan Esperance (1000 km) zullen we nog de tijd nemen en daarna wordt het tempo flink opgeschroefd.

We rijden eerst richting Pemberton, waar we een korte wandeling doen bij de Beedelup Falls. Jolein waagt even verderop nog een klim in de Gloucester Tree, zo'n 53 meter hoog, waar je via de spijlen aan de zijkant omhoog kunt klimmen. Matthijs blijft veilig op de grond staan.

We rijden richting Windy Harbour, waar bij Point D'Entrecasteaux (wat de Australiërs amper uit kunnen spreken) uitzichten zijn over de dramatische zuidelijke kustlijn van Australië. Inmiddels is het weer wat rustiger en we nemen de tijd bij de verschillende uitzichtpunten, onder andere over Salmon Beach en de Natural Window. De kangoeroes laten zich zien en dat wordt voor ons het teken om snel een camping op te zoeken, we zijn niet van plan er een voor de auto te krijgen. We rijden de weg terug en kunnen overnachten bij een leuke campground vlak onder Northcliff. Voor $5 p.p. krijgen we alle faciliteiten, van camp kitchen tot een ontzettend hete douche!

De volgende ochtend rijden we door richting Walpole, waar een klein marktje is en we een kopje koffie doen. Vervolgens maken we een stop bij de verschillende stranden die te zien zijn op de weg naar Denmark, zoals bij Peaceful Bay en vervolgens bij William Bay, waar de Green Pools en de Elephant Rock te bewonderen zijn. We komen in de buurt van het dorpje Denmark en rijden van de kust af een scenic route door de heuvels, met in onze achteruitkijkspiegel een prachtig uitzicht over de oceaan. Tussen de wijngaarden door komen we aan in Denmark, waar we stoppen voor een late lunch. Hier stond een verrassing op ons te wachten, want de bestelling van de tafel naast ons is verkeerd gegaan. Wij hadden inmiddels Gado Gado en Pork Belly besteld, maar kregen ook nog het afdankertje van de tafel er naast: lokale rivierkreeft, de kok vond het zonde om weg te gooien. Wij slaan de rivierkreeft van het huis natuurlijk niet af!

Vanuit Denmark rijden we door naar een gratis campground bij Cosy Corner, vlak voor het stadje Albany. We staan hier op het allerlaatste plekje (lekker krap, zie foto) vlak aan het strand.

Zondag 13 oktober - Albany
Vanaf het strand bij Cosy Corner richting Albany is het maar een klein stukje rijden, maar we moeten hier wel flink wat tijd voor uittrekken. De kustlijn tussen Denmark en Albany is prachtig, alsof je in een totaal ander land terecht bent gekomen.

De eerste stop is bij een lookout op Muttonbird/Shelter Island. Vervolgens rijden we richting het Torndirrup NP, wat onder Albany ligt. Hier nemen we eerst een kijkje bij The Gap en Natural Bridge, twee rotskunstwerken veroorzaakt door erosie van zee. Vervolgens loopt de route verder langs de kust en komen we onder andere bij de Stony Hill lookout, Salmon Holes en Blow Holes (al was de zee daarvoor niet ruig genoeg).

Die middag nemen we een kijkje in Albany, terwijl onze was bij een wasserette ligt. Het regent pijpenstelen en dus slaan we een wandeling door de stad over. Het is de oudste nederzetting in West-Australië, waardoor er veel mooie oude gebouwen in het centrum staan. We touren er met de auto langs en we nemen nog een kijkje bij de Apex Lookout en de Convoy Lookout, waar je mooie uitzichten hebt over het stadje en de kustlijn.

We rijden die middag door richting Manypeaks, waar we aan de Two People's Bay vlak aan het strand kamperen. Het regent die middag en avond goed door, waardoor onze luifel goed van pas komt. Het uitzicht is er zeker niet minder om! Na weer een nacht heerlijk slapen met een 'ocean breeze' op de achtergrond, hebben we de volgende ochtend een ontbijt als uitzicht rondspringende dolfijnen. We zijn - afgezien van het weer - terechtgekomen in een klein paradijs!

Maandag 14 & dinsdag 15 oktober - Hopetoun
Na de nacht aan het strand rijden we de volgende ochtend door richting het Porongorup NP, waar we de granite skywalk gaan doen. We blijken net op tijd weer in de camper te zitten, want de stortbuien barsten los vandaag en onderweg komt het met bakken uit de hemel. Tijdens een kleine droge periode weten we de hike naar de skywalk te doen, door modder en rotsen, tot we boven komen en het helaas weer even begint te regenen. We moesten door middel van spijlen omhoog klouteren op de rotsen, tot je bij de trap komt die naar de skywalk leidt. Het uitzicht was helaas de binnenkant van een wolk. 😂 We druipen uiteindelijk letterlijk af en de terugweg naar de auto was gelukkig iets droger.

De andere hike die vandaag op de planning stond, bij de berg Bluff Knoll, hebben we door de weersverwachting moeten aanpassen: we kijken gewoon vanaf de lookout naar de rotsformaties, tussen de buien door. We zetten die middag onze weg weer voort naar het westen en komen langs Ravenshorpe, waar we de weg richting Hopetoun aan de kust pakken. Aan deze weg blijven we aan een free rest area slapen.

De volgende ochtend willen we koffie doen in Hopetoun, maar alles is potdicht. Dit kustplaatsje is behoorlijk ingeslapen. We duiken (met een zonnetje vandaag!) nog het naastgelegen nationale park (Fitzgerald NP) in om bij wat lookouts te kijken van de mooie kustlijn, voor we de weg inzetten naar Esperance.

Woensdag 16 oktober - Esperance & Cape Le Grand
Welkom bij de nieuwe reisfolder van Thomas Cook (zie foto's). De mooie zuidwestelijke kustlijn komt hier echt tot een climax met prachtige witte stranden, mooie rotsen en een turquoise zee bij Esperance.

De ochtend rijden we eerst naar Cape Le Grand, zo'n 60 km van Esperance af, waar we Le Grand Beach, Lucky Bay en Hellfire Bay bezoeken. Lucky Bay is het strand van de verschillende Australische reisfolders, waar de kangoeroes op het strand rond hupsen. Wij troffen er vlak voor het strand een stel aan, waarvan eentje met een kleintje in de buidel. Lucky Bay zou officieel het witste strand ter wereld hebben, een verhaal wat we ook al in Jurien Bay en op de Whitsundays hebben gehoord over hun stranden... Bij Hellfire Bay spotten we nog een groep dolfijnen.

Na een lunch in Esperance die middag rijden we nog de Great Ocean Drive, de kleinere versie van de Great Ocean Road een paar duizend kilometer verderop, maar zeker niet minder mooi! We rijden langs prachtige stranden en uitzichten. Onderweg pikken we nog een jongen op die met motorpech tussen de duinen staat. De komende dagen rijden we door de Nullarbor van het westen richting het oosten. Dit zal met name flinke dagen rijden zijn met weinig stops onderweg en nauwelijks mobiel bereik.

Donderdag 17 t/m zaterdag 19 oktober - The Nullarbor
Na een kop koffie in Esperance rijden we aan het eind van de ochtend richting Norseman, vanwaar we de beruchte Nullarbor zullen doorkruisen. De weg van Norseman (WA) naar Ceduna (SA) is zo'n 1200 km, waaronder een flink stuk nauwelijks begroeide vlakte, waar de naam Nullarbor ook op slaat (nullus arbor = geen bomen in het Latijn). Na een laatste 'goedkopere' tankstop in Norseman, en een kijkje bij een lookout over dit rijke en afgelegen mijnstadje, rijden we die middag nog richting Balladonia Road House. Na deze roadhouse begint de 'longest road straight' in de wereld, zo'n 150 km zonder bochten. Vlak voor zonsondergang, ergens op het midden van dit stuk, stoppen we bij een rest area. De kangoeroes worden al flink actief en daarom is het niet meer veilig om door te rijden.

De volgende ochtend rijden we door en vlak voor Caiguna Road House krijgen we weer een bocht in de weg. Hier begint ook de officieuze Central Western Timezone, gebruikt door de roadhouses om het gat in de tijdzone tussen Western Australia en South Australia op te vangen. De tijdzone is +8.45 UTC, drie kwartier verschil met Perth.... met Zuid Australie is het een ander verhaal, omdat bij hun pas de zomertijd is ingegaan. Hierdoor is het verschil met Adelaide nog 1 uur en drie kwartier. Snap je het nog? In ieder geval verschilt de officiele tijdzone tussen de twee staten 2.5 uur! De klokken bij Eucla, vlak voor de grens met SA, maken de verwarring niet minder. Die dag rijden we een flink stuk door en passeren we de grens met Zuid-Australie. Bij het Nullarbor Roadhouse pakt onze telefoon de Zuid-Australische tijdzone op en wij zijn voor de komende dagen compleet van de leg, want als we om 7 uur 's ochtends opstaan is het in de vorige tijdzone nog maar half 5... In dit gebied van de Nullarbor begint ook de boomloze vlakte, en zijn er verschillende prachtige lookouts op de Great Australian Bight en de Zuidelijke Oceaan.

De volgende dag moeten we nog een flink stuk het gaspedaal intrappen tot we rond het middaguur aankomen in Ceduna, de eerste grotere plaats sinds Norseman. Hier passeren wij de biosecurity voor Zuid-Australië (geen vers groente en fruit mag worden meegenomen de staat in), waarna we vervolgens in de lokale supermarkt weer boodschappen kunnen doen voor de komende dagen.

Zondag 20 t/m maandag 21 oktober - Ceduna naar Renmark
Vanaf Ceduna hebben we weer wat meer keus en meer mogelijkheden voor sightseeing. We hebben weliswaar redelijk wat haast richting Sydney, maar we besluiten niet gelijk vanaf Ceduna de hoofdweg te volgen richting Port Augusta, maar nemen een omweg van een kleine 200 kilometer over de Eyre Peninsula, zodat we toch wat meer zien dan vlaktes voor ons. Hier hadden we geen spijt van! Na een paar fotostops onderweg stallen we ons de eerste nacht uit bij Elliston, een leuk vissersstadje met een prachtige klifkust. De volgende ochtend blijven we dan ook nog even hangen voordat we de weg vervolgen.

Die middag stoppen we bij Coffin Bay, een mooi plaatsje net voor Port Lincoln, voor wat lokale fish and chips. We passeren Port Lincoln en rijden die dag door tot Whyalla, waar het langzaamaan wat dichter bevolkt en industriëler wordt. Hier overnachten we naast een pijplijn en een goederenspoor, meer uit noodzakelijk kwaad. De volgende ochtend rijden we naar Port Augusta voor koffie en een boodschap, waarna we de weg weer vervolgen langs de schapenweides van Zuid-Australië.

Die avond komen we aan bij Renmark, een wat groter en toeristischere stad gelegen aan de Murray, met veel fruitteelt en wijnbouw in de omgeving. Met Renmark is de cirkel van ons rondje Australië dichtgemaakt, want hier zijn we al eens eerder geweest! Om het te vieren drinken we aan de Murray aan lekker biertje bij de Woolshed Brewerry, omdat we dat vorige keer ook een leuke plek vonden. Na flinke dagen in de auto konden we dit even goed gebruiken! De volgende ochtend gingen we wederom naar een oude bekende: het koffiebarretje Arristo. We rijden later die ochtend door en verlaten al na 3 dagen Zuid-Australië, om Mildura in Victoria te passeren en vervolgens New South Wales binnen te rijden.

Dinsdag 22 oktober & woensdag 23 oktober -  Hay, Griffith en Forbes
Vanaf Renmark vervolgen we de weg en komen rond het eind van de middag bij het plaatsje Hay uit, wat stond aangeschreven als toeristische trekpleister met disclaimer: you'll love it or you'll hate it. Wij vonden het niet super boeiend maar het was een welkome onderbreking. Pas buiten de campervan merkten we pas weer hoe warm het is, zo anders dan de afgelopen dagen rondom Esperance en daarna de Eyre Peninsula, waar een frisse wind stond. We merken ook weer dat we door het diepere binnenland rijden, want het landschap is een troosteloze bedoening op bepaalde punten. Zodra je een stuk van de Murray Rivier af rijdt is alle grond namelijk dor, droog en stoffig. De outback all over again! Gelukkig beginnen na het dorpje Hay langzamerhand ook weer bomen tevoorschijn te komen, en hoe dichter we bij de Blue Mountains komen hoe groener het zal worden.

We rijden na Hay nog even een stuk door. Door de zomertijd in het oosten van Australië zijn de avonden lekker lang en hoeven we niet heel vroeg te stoppen met rijden. We nemen een binnendoorweg richting Griffith en we waren heel blij dat we weer omweggetjes te kunnen pakken zonder het asfalt te verlaten. Spoiler: we hadden te vroeg gejuicht, we kwamen ergens halverwege alsnog op een flink stuk slecht onderhouden gravel terecht. Fijn, drie dagen voordat je de campervan verkoopt.... Die avond kamperen we bij een meer vlakbij Griffith. Sydney komt al een stuk dichterbij! De volgende ochtend rijden we vanaf Griffith door naar Forbes, een leuk klein dorpje waar we 's middags even lunchen, yammie!

Woensdag 23 & donderdag 24 oktober - Orange, Bathurst & Blue Mountains
Vanaf Forbes rijden we 's middags nog langs Orange en Bathurst voordat we rond een uur of 5 de Blue Mountains inrijden. Ergens vinden we het jammer dat we voor deze stadjes weinig tijd hadden om te verkennen, want het zag er veelbelovend uit toen we er doorheen reden.

De Blue Mountains, het bekende berggebied naast Sydney, waar de vergezichten blauw kleuren vanwege al de eucalyptusbomen. Dit berggebied heeft ongelofelijk veel te bieden en is ook een van de favoriete kampeerplekken voor Sydneysiders op een weekendje weg. Toeristische attracties zoals de Three Sisters en Katoomba, dat hebben we allemaal al eerder gehad. Wij willen op onze laatste avond en laatste rijdag met campervan Berry wat andere dingen verkennen. We vinden na een mooie scenic route door de heuvels een campground vlak bij Blackheath, waar we vlakbij Perry's Lookdown kamperen.

De volgende ochtend reden we vanaf Perry's Lookdown door naar de andere kant van Blackheath, waar ook een prachtige lookout te vinden is. Na terugkomst in Blackheath is het tijd voor een kop koffie in dit leuke heuveldorpje, waarna we bij de bekende Evans & Valley lookout wederom een prachtig uitzicht hebben. De tocht vervolgt zich en onderweg stoppen we nog bij Lincoln Rock, waar het stikt van de selfie schietende Aziaten. Wij doen even gek mee op de achtergrond en stappen weer de van in, voor de laatste kilometers richting Sydney.

Donderdag 24 oktober t/m vrijdag 1 november
Na een hoop filerijden en een tussenstop bij de Nederlandse winkel voor wat Nederlandse snacks, komen we aan het eind van de middag aan bij de Airbnb in Sydney, waar we de laatste 9 dagen in Australië zullen verblijven. Onze Airbnb zit in The Spot in Randwick, een leuk centrumpje met bars, cafés en restaurants, niet ver van het centrum van Randwick. Aangezien we eerder aan de andere kant van Randwick hebben gewoond, in Kensington, en de laatste periode in Sydney in Coogee hebben gewoond, is deze plek in bekend gebied erg leuk voor ons.

Een kleine wandeling van 15 minuten brengt ons bij onze werkplek Barzura, waar we de hele week verschillende avonden hebben gegeten, maar daarnaast ook veel koffies en wat ontbijtjes hebben gehad. We werden met open armen ontvangen en het was leuk om iedereen weer te zien voor we het land uit zouden gaan.

Op vrijdag en zaterdag hebben we ons vooral beziggehouden met de verkoop van de campervan. Uiteindelijk is dit allemaal goedgekomen en we zijn erg tevreden met het bedrag wat we er voor hebben gekregen, omdat we op de camper zelf geen verlies hebben gemaakt. :) De nieuwe eigenaar volgen we natuurlijk ook via social media, en zo te zien heeft hij enorm veel plezier van campervan Berry! 's Avonds zijn wij nog naar Darling Harbour gegaan, om bij zicht op het wekelijkse vuurwerk eens lekker wat te eten. Het was de laatste dagen erg heet in Sydney, zo tikte vrijdag de 38 graden aan en was het op zaterdag altijd nog 32 graden.

Op zondag was het iets koeler, maar wij vonden het ideaal weer voor een stranddagje. We hebben de ferry gepakt vanaf Circular Quay in het stadscentrum richting Watsons Bay, van waaruit je ook een prachtig uitzicht hebt over Sydney en de haven.

Op woensdag hebben we de bekende Coogee to Bondi coastal walk nog eens gelopen. Natuurlijk is dit bekend terrein voor ons maar deze maand is Sculpture by the Sea aan de gang, waardoor er langs de klifkust nogal uiteenlopende kunst te vinden is.

De andere dagen hebben we gevuld met afspreken, afspreken en nog eens afspreken. We hebben iedereen weer even kunnen zien en spreken, en bij onze vaste stek Coogee Bay Hotel zijn er nog wat biertjes genoten. Als klapper op de vuurpijl had een van onze oude collega's een gezellige BBQ geregeld op vrijdagmiddag, de dag voordat we wegvlogen. Met een hoop Balinees eten konden wij alvast wennen aan de keuken van de komende 3 weken!

En verder...
Op zaterdag 2 november zijn we naar Bali gevlogen en daar zitten we dan nu. Inmiddels hebben we er al een lekkere week er op zitten, de verhalen zullen in een komende blog terugkomen. In ieder geval hebben we genoeg meegemaakt! We blijven op Bali tot en met ongeveer 20 november, daarna hebben we een dag of 10 om richting Jakarta te reizen en wat hoogtepuntjes op Java mee te pakken. Op 1 december vliegen we vanaf Jakarta naar Kuala Lumpur, waar we 10 uur kunnen spenderen, om vervolgens door te vliegen richting Colombo in Sri Lanka. In Sri Lanka hebben we nog tot en met 18 december de tijd om ons te vermaken, waarna we op 19 december richting Nederland vliegen met een korte tussenstop in Warschau.

Tot de volgende blog!

Matthijs & Jolein

Foto’s

2 Reacties

  1. Opa van Empel:
    17 november 2019
    Opa vindt het erg leuk, maar voorlopig kom ik er niet, want mijn fiets is kapot. Groeten van opa
  2. Nico:
    21 november 2019
    Mooi verhaal weer
    Adembenemend veel plezier in Indonesie