#16 Het veelzijdige noorden

28 september 2019 - Carnarvon, Australië

G'day,

Het is alweer ruim een maand geleden dat we onze laatste blog hebben geplaatst. Op dat moment waren we nog in Cairns, onze eindbestemming aan de oostkust van Queensland. Het plan was om vanaf daar door te rijden richting Darwin en vanaf daar te kijken wat we zouden gaan doen. Het is weliswaar een klein beetje anders gelopen, maar we hebben een hoop kunnen doen en zien in de afgelopen maand! Globaal zijn we van Cairns westelijk naar Normanton gereden over de Savannah Way, vanaf Normanton moesten we omrijden naar het zuiden, richting Mount Isa, waarna we weer richting het westen reden. Intussen steken we de grens van Queensland met het Northern Territory over, waarmee we ook weer in een nieuwe tijdzone terecht komen. In plaats van direct de weg naar het noorden, richting Darwin, in te zetten, rijden we eerst nog naar het zuiden. Hier bezoeken we Alice Springs en Uluru, en rijden vervolgens weer 1600 kilometer richting het noorden naar Darwin. Vanaf Darwin zetten we de weg richting het zuidwesten in naar Broome, weer terug op de Savannah Way. Hier steken we de grens met West-Australië over waardoor we weer in een andere tijdzone terecht komen.

We rijden afwisselend door savannes, steppes en (roodkleurige) woestijn. Het is weliswaar nog winter, en droogseizoen, maar onderweg merken we dat de temperaturen al flink beginnen op te lopen naarmate het natte seizoen er aan komt (hier de Heat Up genoemd). Het land is overal gortdroog en wordt vooral in de Top End, het gebied rondom Darwin, gekenmerkt door bosbranden. Dit is trouwens volledig de bedoeling hier en de meeste branden worden ook aangestoken door de natuurbeheerders.

De mogelijkheden om dingen te bezoeken worden ineens een stuk beperkter door onze campervan. Omdat we geen vierwielaandrijving hebben maar een normale tweewielaandrijving, kunnen we veel plekken niet bereiken. Soms doen we toch een poging maar moeten we met hangende pootjes weer terugrijden. We blijven op de geasfalteerde wegen en moeten er vrede mee hebben dat we bepaalde dingen niet kunnen zien.

De afstanden zijn gigantisch: op veel dagen rijden we tussen de 400 en de 800 kilometer per dag, zonder veel dingen tegen te komen. Een behoorlijk andere ervaring dan de oostkust, waar de meeste stukken dichtbevolkt zijn en de toeristische trekpleisters elkaar in rap tempo opvolgen. Toch kunnen wij dit landschap ook wel waarderen. De reis wordt een stuk avontuurlijker, we zijn nog veel meer op onszelf aangewezen en onze camper doet niet altijd meer helemaal wat we willen. Ook dat is niet zo gek, in een stoffig gebied, met dagtemperaturen van 40 graden en een nacht die met 25 graden nauwelijks afkoelt. We worden overspoeld door vliegen en muggen en staan vaak bij gratis rest areas met de goorste toiletten die we ooit hebben gezien, als er al een toilet is. Wat we ervoor terugkrijgen: prachtige zonsondergangen, unieke natuur, wildlife en een oase van rust om ons heen. 

Maandag 26 augustus - Cairns
Camper schoon? Snelle service check? Inkopen gedaan? Gekookt voor een paar dagen? Check! ✅

We vertrekken vanuit Cairns en rijden via de Savannah Way richting het westen, de volgende eindbestemming is Darwin. Tot aan Normanton houden we de Savannah Way aan. We zijn weer helemaal opgeladen en klaar voor een hoop kilometers.

Dinsdag 27 augustus - Atherton Tablelands & Tully Gorge
Vandaag vervolgen we onze rit over de Savannah Way. We zitten aan de rand van de regenwouden, op de hoogvlaktes van de Atherton Tablelands. We rijden de route een stuk naar het zuiden, voordat de weg afbuigt naar het westen. We beginnen de dag in Atherton waar we op zoek gaan naar een Chinese tempel. Deze zag er voor ons niet interessant genoeg uit om entreegeld voor te betalen waardoor we de weg al snel verder inzetten. We komen langs een boer die een chocolaterie en kaasmakerij heeft van de koeien van zijn eigen farm. Naast dat we het een en ander kunnen proeven, slaan we ook goed wat kazen en chocolaatjes in. Na een rondje over de boerderij zetten we de weg in richting Millaa Millaa, waar we eerst stoppen bij een bijzondere vijgenboom. De Curtin Fig Tree is een 50 meter hoge boom in het regenwoud, en eigenlijk een samenvoegsel van twee grote vijgenbomen en een hoop begroeiing. Vervolgens rijden we langs de Platypus Centre, waar we vogelbekdieren in het wild konden spotten. We hebben een flinke tijd naar het water lopen gapen en een hoop vogelbekdieren kunnen aanschouwen!

Vervolgens komen we op de Waterfall Way uit waar we drie watervallen bezoeken: Millaa Millaa Falls, Zillie Falls en de Elinjaa Falls. We rijden door richting Ravenshoe, waar we de afslag nemen richting Tully Gorge Nationaal Park. Hier heeft de rivier Tully zijn weg door het landschap gesneden. De Tully Falls staan in de wintermaanden droog vanwege een nabijgelegen waterkrachtcentrale, waardoor we na een hike van 3 kwartier aan de top van de (droge) waterval konden staan. Het uitzicht was adembenemend! We rijden de weg terug richting Ravenshoe waarna de weg zich afbuigt naar het westen. Vlak voor we bij de geplande campground aankomen, rijden we langs de Millstream Falls: de breedste watervallen van Australië.

Woensdag 28 t/m vrijdag 30 augustus - de weg tot aan het Northern Territory
We staan vroeg op en nemen een goed ontbijt, we staan namelijk op het punt een gigantische rit te gaan maken, we gaan vandaag namelijk een groot gedeelte van de Savannah Way rijden, genummerd als Highway 1 (de 'rondweg' langs de volledige kust van Australië) tussen Cairns en Katherine (Northern Territory). Vanaf Normanton zijn grote delen van deze Highway ongeasfalteerd, waardoor wij het met onze Berry niet gaan rijden.

Onze eerste stop is al na een minuut of 10, bij de Innot Springs. Hier stroomt warm tot heet water door de kreekjes van het plaatsje. Door deze warmtebron werd ook een kleinschalige spa verwarmd, waar we voor $10,- de ochtend hebben doorgebracht.

We rijden door richting Mount Surprise. We laten de regenwouden nu echt definitief achter ons en het land wordt een stuk droger. We rijden door savanne-bush en dat zullen we voorlopig ook wel blijven doen. In Mount Surprise trakteren we ons op de 'burger the way it used to be, before they stuffed them up'. We kiezen voor een Skippy Burger, maar eigenlijk vinden we hem beiden niet heel speciaal.

Vanaf Mount Surprise worden we zelfs verrast dat de normale highway over grote stukken veranderd in een eenbaansweg: één strook voor beide richtingen. Bij het passeren van je tegenligger dien je met je rechterwiel op het asfalt te blijven, zeker in het regenseizoen, om te voorkomen dat je vast komt te zitten. Nu is de savanne op dit moment gortdroog, dus het valt allemaal reuze mee. Via Georgetown rijden we door naar Croydon, waar we de nacht doorbrengen. De lucht is inmiddels een soort blad met watjes geworden, de wolken zien er prachtig uit. Bij zonsondergang wordt het effect nog eens veel mooier. Vandaag hebben we zo'n 400 km afgelegd, waarbij we de onderkant van Cape York bijna volledig hebben doorkruist. De volgende ochtend rijden we door richting Normanton, waar we het beeld van Krys the Savannah King, een reuzenkrokodil van 8,6 m op de foto kunnen zetten. Krys is de grootst ooit gemeten krokodil, doodgeschoten door een krokodillenjager.

Vanaf Normanton rijden we naar het zuiden richting Mount Isa, om vanaf daar de weg weer naar het westen in te zetten. De weg van Normanton omlaag is enorm eenzijdig, maar toch is er veel te zien. We rijden door savannelandschappen, steppes, komen over floodways, drooggevallen creeks, riviertjes waar wél water in staat, dorre stukken en groene stukken. Naast een hoop roadkill en livestock, hebben we ook genoeg levend wildlife langs de wegen gezien de laatste dagen: kangaroes, emoes en enorme roofvogels. Ongeveer in het midden van deze route zit een roadhouse, waar we even 'bij kunnen tanken' en weer doorrijden richting het zuiden.

Vanaf Cloncurry komen we weer op de weg richting het westen uit, ongeveer een uurtje van Mount Isa af. Vlak na Cloncurry komen we langs de Chinaman Dam Lookout, waar we even een kijkje nemen om het rijden te onderbreken. Tussen Cloncurry en Mount Isa komen we op een groot natuurpark terecht: het Clem Walton Park & Corella Dam. We moeten door verschillende hekken heen om het kampeergebied te bereiken, want er loopt ook vee rond. Dit is toch wel een van de mooiste campgrounds die we tot nu toe hebben gezien. Je kunt kamperen in het Clem Walton Park langs de rivier óf bij de Corella Dam, bij het dammeer. Wij besluiten de nacht te verblijven langs de rivier, na 600 kilometer te hebben gereden vandaag.

De volgende ochtend rijden we naar Mount Isa, waar we het informatiecentrum in duiken en onze water- en boodschappenvoorraad weer aanvullen. Mount Isa is een mijnwerkersstadje bij een van de meest productieve mijnen ter wereld: lood, zilver, koper en zink wordt hier gewonnen. Daarnaast claimt Mount Isa de meest uitgestrekte stad ter wereld te zijn, met het buitengebied meegerekend uiteraard... Vanaf Mount Isa rijden we zo'n 200 kilometer door naar de grens met Northern Territory.

Vanaf de grens met Northern Territory, rijden we een flink stuk door tot net voor de Barkly Roadhouse: de eerste pub in NT, zo'n 250 kilometer van de grens af. Inmiddels hebben we nergens onderweg telefonisch bereik. Dit is het langste stuk wat we voorlopig moeten rijden zonder tankstation, zo'n 270 kilometer. Omdat het hard waait, besluiten we achter een roadtrain te blijven rijden die zo'n 100 kilometer per uur rijdt, maar wel over de weg slingert. We rijden door afwisselend steppes en wat meer beboste stukken. Uiteindelijk rijden we vandaag zo'n 480 kilometer. Inmiddels zijn we ook weer in een nieuwe tijdzone terechtgekomen, namelijk +9,5 GMT, zo'n 7,5 uur verschil met de Nederlandse zomertijd. 's Avonds worden we getrakteerd op een prachtige zonsondergang.

Zaterdag 31 augustus - richting Alice Springs
De volgende ochtend staan we vroeg op, we willen namelijk een flinke afstand afleggen. Nog voor ontbijt springen we de auto in en rijden we richting Barkly Roadhouse, waar we tanken en onze bammetjes smeren, door naar de volgende stop zo'n 210 kilometer. Inmiddels zijn onze plannen aangepast en in plaats van naar Darwin gaan we inzetten richting het zuiden: Alice Springs. Deze omweg van 2x 500 kilometer denken we wel in het reisschema te kunnen proppen, de volgende dagen zitten we dus in the Red Centre van Australië.

Vanaf de Three Ways junction (waar je kunt kiezen tussen Alice Springs en Darwin) slaan we dus af richting Alice Springs en komen we al snel langs Tennant Creek, waar we kunnen douchen. We rijden inmiddels over de Stuart Highway, de weg van Adelaide naar Darwin. Deze weg gaat door het hart van Australië en wordt met name gebruikt door roadtrains en toeristen. Het is al wat drukker dan de weg vanaf Mount Isa, en daardoor hebben we al wat meer 'luxe' bij het kiezen van de tankstations onderweg: in plaats van bij elk tankstation kunnen we nu ervoor kiezen om alleen bij de "goedkopere" tankstations te tanken. Vanaf Tennant Creek komen we langs Devils Marbles, door erosie ontstane steenformaties. We kachelen flink door en behalve om te tanken stoppen we nergens meer voor onderweg. Uiteindelijk komen we vlak voor Alice Springs uit bij een rest area. We zagen al snel een groot monument met 'The Tropic of Capricorn', de Steenbokskeerkring, wat op die plek lag. Vanavond slapen we dus op de grens van de tropen. Ook hier worden we weer getrakteerd op een prachtige zonsondergang. Vandaag hebben we zo'n 730 kilometer afgelegd, een nieuw record voor ons.

Zondag 1 september & maandag 2 september - Macdonnall Ranges
Na aankomst in Alice Springs oriënteren we ons eerst op de omgeving, eerst via Anzac Hill en vervolgens in het informatiecentrum. Uluru is nog een rit van zo'n kleine 500 kilometer, al pakken we daar nog Kings Canyon mee met een omrit van 160 kilometer. De afstanden die we moeten afleggen zijn gigantisch. Hoewel we dat al wisten, merken we dit nu ook aan de benzinekosten aanzienlijk, zeker omdat veel tankstations de bedragen flink opschroeven in niemandsland. Het ommetje Alice Springs - Uluru - Kings Canyon is prijzig, hoe goedkoop we de dagen zelf ook houden. Afgezet tegen het vorige plan: de ronde om Australië afrijden en dan met het vliegtuig naar Alice, om alles met een tour/losse autohuur te doen, zal echter niet veel goedkoper worden. Vol overtuiging zetten we daarom onze trip voort.

We blijven de komende 2 dagen rondom Alice Springs rijden. Alice ligt middenin de Macdonnell Ranges, een heuvelachtig landschap. We beginnen een rit door de East Macdonnell Range, waar we langs verschillende 'gaten' in de heuvels rijden. In het hele gebied zijn ongelofelijk veel gratis of goedkope kampeermogelijkheden in de bush, zodat je avontuurlijk de outback kan verkennen. We komen eerst langs de Jessie & Emily Gaps om vervolgens door te rijden naar de Trephina Gorge, waar we lekker picknicken. We rijden de weg terug richting Alice om vervolgens de westkant te gaan verkennen. Dit is door middel van een circuit te verkennen. We rijden eerst de onderkant langs Hermansburg, waar een aborigonal gemeenschap leeft. Foto's maken wordt niet op prijs gesteld, maar het heeft wat weg van een woonwagenkamp. Vervolgens komen we tegen het vallen van de avond op de bovenkant van het circuit uit, waar we bij de Redbank Gorge kamperen. Het is een ongelofelijk ruig, maar mooi landschap! Na zonsondergang laten de honderden vliegen die je overdag terroriseren met rust, koelt het flink af en komt er een prachtige sterrenhemel tevoorschijn.

De volgende ochtend staan we vroeg op en gaan we op verkenning. Eerst rijden we verder de Redbank Gorge waar we prachtige uitzichten hebben over het gebied. We rijden door naar Glen Helen Gorge, waar een resort ligt voor de zandstenen heuvels, hier drinken we onze ochtendkoffie. Inmidels warmt het rond 9 uur al erg op. Bij de kloven liggen permanente waterplassen, in sommige mag gezwommen worden, zoals bij Ormiston Gorge. We stoppen onze voeten in het water om vervolgens tot de conclusie te komen dat niet-zwemmen een stuk aangenamer is: het water is ijskoud!

De volgende stop is The Ochre Pits, waar de steen door aborigonals voor wordt gebruikt om muurschilderingen mee te maken. Voor ons is het verboden om iets van de pits aan te raken of mee te nemen (al waren we dat al niet van plan), aangezien ze nog steeds door de aborigonals worden gebruikt. Vervolgens rijden we naar de Ellery Creek Big Hole, wederom een permanente waterplas, met wederom zeer koud water. Onze laatste stop is de Simpsons Gap, waar we nog lunchen voor we doorrijden naar Alice Springs.

Dit woeste gebied met prachtige heuvels en mooie vergezichten kleurt op verschillende momenten van de dag in verschillende tinten rood. Het maakt een prachtige indruk op ons. Ook de verschillende waterplassen en alles wat er omheen groeit zijn erg bijzonder in dit verder zo stoffige, rode gebied. Het is, zoals meestal in dit gebied, erg zonnig deze dagen. De winter/vroege voorjaartemperatuur is momenteel rond de 32 graden overdag, maar het voelt een stuk heter aan!

In Alice Springs is het voor ons tijd om de broodnodige wasjes en boodschappen te doen voor we de weg later die middag inzetten richting Uluru.

Dinsdag 3 september & woensdag 4 september - Uluru & Kata-tjuta
De ultieme Australië-belevenis is niet compleet zonder een bezoekje aan Uluru (Ayers Rock). Vanmorgen zijn we vanaf onze campground in alle vroegte vertrokken, nog zo'n 3 uur rijden naar Uluru. Omdat we niet op een resort vlak bij Uluru konden kamperen - alles was al weken vooruit volgeboekt - hadden we in eerste instantie besloten er een dagtripje ervan te maken en er vrede mee te hebben dit grote gevaarte niet met zonsopgang of zonsondergang te zien. Spontane trips (en een matige planning) komen met een hoop compromissen.. 😞 Uiteindelijk hebben we een kampeerplaats kunnen vinden zo'n 30 km bij Uluru vandaan, nog gratis ook, waardoor we relatief dichtbij waren en voor de zonsondergang die avond en de zonsopgang de volgende ochtend tóch nog konden terugrijden.

Onderweg komen we eerst langs Mount Connel, die vanuit de verte opdoemt. Veel mensen verwarren dit (in eerste instantie) voor Uluru, maar ze moeten nog ruim een uur rijden voor ze in de buurt komen. Vanaf een roadhouse bij Curtin Springs heb je mooi uitzicht op dit gevaarte.

Uluru is werelderfgoed en het eigendom ervan is overgedragen aan de Aborigonals, die het park samen met de overheid beheren. Je kunt met de auto het park inrijden voor $25,- per persoon (drie dagen geldig) en het is dan mogelijk om zowel Uluru als Kata Tjuta (dat andere rotsachtige gevaarte) te bezoeken. Hoewel het (nog) niet verboden is om Uluru te beklimmen - dat is het vanaf eind oktober wel - staat overal nadrukkelijk het verzoek om dit niet te doen. Toch zien we een hoop mensen de klim wagen, waarschijnlijk omdat het nu nog kan. Vandaar dat ook het resort en de campings al ruim van te voren volgeboekt zijn, veel Australiërs willen nog van de gelegenheid gebruik maken om de klim te doen. Wij houden het netjes en volgen de richtlijnen: we doen geen poging om de gigantische rotspartij te beklimmen en we maken geen foto's op stukken waar wordt gevraagd de camera weg te laten. We wandelen de Mala-walk richting een gorge waar verschillende inhammen een andere functie hadden voor de aborigonal stam die hier leefden. Naast dat deze rots een heilige plaats is, heeft het ook de functie van huis gehad voor de aborigonal stam, met grotten waar mannenrituelen werden gehouden, grotten waarin werd gekookt en grotten waar in werd lesgegeven.

Het grappige van deze grote rode rotspartij is dat hij op verschillende momenten van de dag vanuit verschillende punten prachtig rood is. Het hoogtepunt is natuurlijk zonsopgang of zonsondergang, wanneer de rode gloed het mooist is. Dit is dan ook het drukste punt van de dag voor het park. Op het midden van de dag is het zelfs ook te warm om echt iets te ondernemen. Op dagen met een weersverwachting van 36 graden worden verschillende hikes gesloten. Met 34 graden was dat voor ons niet geval, maar wij hebben niet langer dan een uur aaneengesloten in de brandende zon gelopen.

Zo'n 50 kilometer van Uluru ligt Kata Tjuta, waar verschillende rotshoofden prachtig opdoemen in het landschap. Ook hier zijn verschillende wandelingen te doen, maar hier wordt geadviseerd deze voor 11 uur 's morgens afgerond te hebben. We hebben onze ogen vandaag uitgekeken en de verschillende rotsen uitgebreid gefotografeerd. Voor de zonsondergang die avond en de zonsopgang de volgende ochtend waren speciale parkeerplaatsen gemaakt bij de plek waar het spektakel het mooist is. Zeker zonsopgang, waar bussen vol Aziaten leegstromen en allemaal dezefde foto komen nemen, is heel hectisch.

Donderdag 5 september - Kings Canyon
Next stop: Kings Canyon. Vanuit Uluru rijden we het grootste stuk al richting dit park. Omdat we de Kings Canyon Rim Walk willen doen, wat af te raden is om later op de dag te lopen vanwege de warmte en droge lucht, rijden we de volgende ochtend in alle vroegte het laatste stuk van 100 kilometer richting het park. Het risico van de nachtrit was het allemaal waard, want toen rond 7 uur de zon net op was, konden wij nog relatief koel beginnen aan de Rim Walk.

Van alle mogelijke hikes is de Rim Walk het langere circuit, zo'n 3 tot 4 uur. De andere hikes zijn korter en beslaan een deel van de route óf bevatten geen klim.

Onze hike begint met een uitdagende klim omhoog, waar je al in het begin van de hike op een van de hoogste punten terechtkomt en een prachtig uitzicht hebt over de omgeving. Het rotsachtige gebied is bijzonder, het zandgesteente is geërodeerd door wind, neerslag en vroegere overstromingen. Het grootste deel van de wandeling blijft redelijk vlak, soms wordt er wat geklommen en geklauterd. In het midden van de hike moeten we nog een afdaling naar beneden maken en komen we bij een permanent watergat terecht. De weg omhoog wordt daarna weer ingezet en via de zuidelijke muur lopen we terug, met wederom prachtige uitzichten. De afdaling gaat wat geleidelijker en na een kleine 3 uur lopen staan we alweer op de parkeerplaats. Dit prachtige gebied is moeilijk te overtreffen!

Vervolgens beginnen we aan een lange rit terug naar Alice Springs. Er lopen 3 wegen vanaf Kings Canyon naar Alice - waarvan 2 direct... maar ongeasfalteerd; deze zijn slechts een paar honderd kilometer. Wij moeten met ongeveer 500 kilometer eerst terugrijden naar de weg richting Uluru, vervolgens richting de hoofdweg en vanuit daar nog eens 200 kilometer richting Alice Springs. We durven het niet aan om grote afstanden over ongeasfalteerde wegen af te leggen, daarnaast is er bijna nergens bereik in dit gebied én heeft onze campervan voor het eerst wat kuren. Na enkele uren rijden met een graad of 34 in de volle zon begint hij te stotteren en te schokken. In de garage in Ayers Rock hebben we hiernaar laten kijken, maar daar werd niets gevonden. De auto afzetten en opnieuw starten leek het probleem ook weer te verhelpen (al bleek achteraf maar tijdelijk). We konden volgens de garage gewoon veilig op pad. Omdat het van alles kan zijn en onze trouwe Berry ook weer zijn 12.000-kilometer beurt nodig heeft, laten we morgen in een garage in Alice Springs er nog een keer naar kijken. Na een paar dagen van grote afstanden in een droog, stoffig en vooral zanderig gebied kunnen wij ons voorstellen dat een manicure op z'n plaats is!

Vrijdag 6 t/m zondag 8 september - richting het noorden
Na de Kings Canyon maken we de rit terug richting Alice Springs, waar we zo'n 60 kilometer van Alice overnachten. De volgende morgen gaat onze camper Berry naar de manicure waardoor we een dagje in Alice rondhangen. Na een 'plaknacht' is het weer inmiddels volledig omgeslagen: de wind is gedraaid en het waait flink, het is overdag even warm als afgelopen nacht. Vandaag lopen we dus rond met een vest. Gelukkig schijnt de zon nog! 😁 Na de onderhoudsbeurt overnachten we weer op de Steenbokskeerkring, net boven Alice Springs. Berry rijdt weer als een zonnetje!

De volgende ochtend worden we vanzelf weer vroeg wakker van al het vroege opstaan de afgelopen dagen. Dat komt goed uit, zo kunnen we weer wat kilometers maken. Omdat we een groot deel van de route (tot aan Tennant Creek) al hebben gereden, hoeven we onderweg alleen te stoppen voor de noodzakelijke tank- en rustmomenten. We rijden zo'n 750 kilometer en zijn daarmee halverwege de weg naar Darwin. Onze nachtstop: Newcastle Waters. Vanaf hier begint de omgeving weer te veranderen van steppe naar wat groenere bush, en komen we weer in de tropen terecht.

De weg van Alice Springs naar Darwin is met zo'n 1500 kilometer even lang als de weg van Rotterdam naar Barcelona. Het stuk waar weinig te zien is, de eerste 750 kilometer, hebben wij in 1 dag doorgetrokken. De komende 750 kilometer komen wij langs nationale parken en natuurschoon, waardoor we er wat langer de tijd nemen in the Australian Top End.

Onze eerste stop vandaag: de Daly Waters pub. Deze historische pub is populair bij backpackers, Ozzies en truckies. De outbackpub is aangekleed met een hoop spullen die achtergelaten worden door voorbijgangers: beha's, teenslippers, ondergoed, kentekenplaten, petten, stickers, rijbewijzen... je kan het zo gek niet bedenken en het hangt in de pub. Omdat wij om 10 uur 's morgens langskomen houden wij het op een kop koffie en brunch. We zijn trouwens weer duidelijk terug in de tropen! De laatste dag in Alice Springs was nog even koeler, maar toen we de klim omhoog maakten met de van, kwamen we snel weer in warm weer. Vandaag werd 'warm' veranderd in 'heet'. In Mataranka tikte de thermometer 36 graden aan. Niet gek voor de 'winter'... 😋

Nu we weer terugzijn in de tropen, is het uitzoeken van een zwemgelegenheid wat moeilijker geworden. Krokodillen komen hier in alle soorten waters voor, en kunnen dus alleen zwemmen in de aangegeven zwemplassen. Gelukkig was hier de mogelijkheid wel! Er zijn hier verschillende springs waar water onder de grond wordt opgewarmd tot ongeveer 34 graden. Dit werd dus geen verkoelende duik, maar evengoed lekker!

Bij de eerste, de Mataranka Thermal Pool, is een heel zwembad ommuurd aangelegd in de kreek om veilig zwemmen mogelijk te maken. Het is hier uitdrukkelijk verboden om lager of hoger aan de creek in het water te zwemmen. Bij de tweede creek, bij de Bitter Springs, was het een groter, open en natuurlijk bad.

Na de duik zijn we doorgereden richting Katherine, waar we weer een broodnodig bezoekje moesten brengen aan het informatiecentrum. Later komen we nog terug in Katherine om het nationale park daar te bezoeken. We zijn doorgereden naar Pine Creek waar we de nacht doorbrengen, hier was het vandaag 41 graden! Vanaf nu zal dat vaker voorkomen in dit gebied in aanloop naar het natte seizoen wat in november/december begint. De komende weken zal de temperatuur en luchtvochtigheid hier omhoog gaan.

Maandag 9 september - Litchfield Nationaal Park
Vanuit Pine Creek rijden we 's ochtends door richting Batchelor, wat naast het Litchfield Nationaal Park ligt. Dit park staat bekend om zijn goede zwemplassen en indrukwekkende watervallen. Met de ligging vlakbij Darwin en de bereikbaarheid via goede asfaltwegen maakt dat dit een populaire plek is bij toeristen én locals.

De afgelopen dagen hebben we op verschillende plekken hele stukken verbrand savannebos gezien. Naast dat bosbranden hier een onderdeel zijn van de natuurlijke cyclus, is het ook nog eens beleid van de overheid en nationaalparkenbeheer om stukken bos vroeg in het droogseizoen in brand te zetten, zodat er later in het droogseizoen een minder grote kans is op catastrofale natuurbranden die oncontroleerbaar zijn: stukken die al in brand hebben gestaan, branden minder snel opnieuw. Omdat we nu laat in het droogseizoen zitten, hebben we nog geen gecontroleerde brandjes gezien, alleen de gevolgen daarvan, en de gevolgen van ongecontroleerde bosbrandjes. Bij de gecontroleerde stukken zie je vaak dat alleen de boomstammen en de grond zwartgeblakerd zijn, de boomtoppen zijn vaak nog groen. Tijdens het natte seizoen bloeit zo'n gebied weer helemaal op. Bij Litchfield waren er echter wat wilde vuren aan de gang, waardoor grote delen van het park onder de rook stonden. Bepaalde tracks voor 4WD's en wandelroutes waren afgesloten, al waren de meeste stukken van het park gewoon open. Afgelopen weekend waren de branden schijnbaar zelfs zo erg dat de rook over Darwin hing. Op verschillende foto's van ons zie je ook de rook van de bosbranden terug.

Vanaf Batchelor is het zo'n 40 kilometer rijden voor je in het park bent. Als eerste komen we langs de Magnetic Termite Mounds. Termietheuvels zijn veel gezien hier in de outback van Australië, maar deze heuvels zijn gigantisch, sommige wel 50 jaar oud. Even verder is een veld met een hoop termietheuvels. Het uitzicht doet denken aan een begraafplaats.

Vervolgens komen we bij de Florence Falls. Vanaf de parkeerplaats is het een kleine kilometer lopen, maar dat is het zeker waard. Deze zwemplas ligt onder een waterval. De verkoelende duik was heel erg welkom. Een klein stukje verderop lagen de Buley Rockpools. Hier zijn verschillende rotsbaden met kleine watervalletjes ertussen. De stroming was hier sterk, dus dat gaf ook een grappig effect als je in het water lag.

We rijden een stuk verder en we komen langs de branden. Even is de lucht helemaal grijs, terwijl de zon schijnt. De oranje gloed door de zon geeft een raar effect. We rijden een stuk verder in het park en komen langs de Talmer Falls. Deze grote indrukwekkende watervallen zijn zelf niet te bezoeken vanwege de grote kolonie vleermuizen die er leeft. Het uitzicht is echter niet minder spectaculair. Vanaf het uitzichtpunt kun je goed de rookpluimen boven het park zien.De laatste watervallen die we bezoeken zijn de Wangi Falls. Deze watervallen en zwemplas zijn het grootst. Hoewel de zwemplas zelf best warm is, is de waterval ijskoud. We koelen dan ook lekker af na een warme dag.

's Avonds rijden we door tot aan Palmerston, net voor Darwin, waar we op een camping voor twee nachten boeken. Vanuit hier kunnen we prima Darwin verkennen.

Dinsdag 10 & woensdag 11 september - Darwin
Vandaag rijden we voor het eerst sinds lange tijd weer minder dan 100 kilometer op één dag. Vanuit de camping in Palmerston is het een klein half uurtje rijden naar het centrum van Darwin, waar we aan de Waterfront kunnen parkeren. We lopen langs de Esplanade en vervolgens het stadscentrum in. Darwin is een klein, groen en schoon stadje, waar alles aanwezig is omdat het de grootste stad van het territorium is.

Dat Darwin zich ook richt op backpackers en toeristen zie je veel terug. De restaurantjes zijn redelijk goedkoop en hebben daarnaast ook nog eens happy hours, lunch en dinner deals. Voor $12,50 per persoon lunchen we in het centrum, dat is inclusief tapbier voor Matthijs en wijntje voor Jolein. Vanuit het centrum lopen we weer terug richting de Waterfront , waar de haven, zwemgelegenheden en verschillende terrasjes van de stad te vinden zijn. Er is hier een 'stingervrij' strandje aangelegd, waardoor er in het natte zomerseizoen ook gezwommen kan worden. Daarnaast is er een strandje aangelegd met een installatie die golven namaakt, omdat de zee bij Darwin redelijk rustig ligt. Dat zag er grappig uit.

Na een kappersbezoek voor Matthijs lopen we richting het museum van de Royal Flying Doctors Australia, de vliegende ambulancedienst van de outback. Met verschillende films, hologrammen en virtual realitybrillen vertellen ze hier het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in Darwin, waar een bombardement door de Japanners plaatsvond. Daarnaast is krijg je hier ook een hoop informatie over de Flying Doctors en wat ze betekenen voor de outback. Met de virtual reality brillen kunnen we het bombardement van Darwin van dichtbij meemaken en kunnen we meevliegen met een vlucht van de Flying Doctors. Na twee uur vermaak in de airco van het museum, gaan we weer naar buiten en eten we wat bij de terrasjes aan de Waterfront. Heerlijk, zo'n dagje niet koken. Voor Matthijs barramundi (lokaal gevangen vis) & chips, voor Jolein lobster & chips.

We rijden na het eten door naar de Dudley Point lookout om de zonsondergang te bekijken. Na ongeveer 10 maanden kunnen we eindelijk weer eens de zonsondergang in de zee zien zakken, nu de zee aan de westkant van ons zit. Bij de zonsondergang zien we duidelijk de rook van de bosbranden.

Donderdag 12 & vrijdag 13 september - Kakadu Nationaal Park
Na een stranddagje in Darwin zetten we de reis voort. De volgende bestemming op de kaart is Perth, zo'n 4000 kilometer verder, in West-Australië. Voor we naar het westen gaan, maken we nog een klein ommetje richting het oosten en rijden we door het Kakadu National Park. Het park is het grootste nationale park van Australië en ligt tegen Arnhemland aan, waar een hoop aborigonalgemeenschappen leven. Voor dit park moesten we een speciaal toegangsbewijs kopen (à €40,- per persoon, voor dezelfde prijs voor 1 persoon mag je drie maanden alle parken van Tasmanië in of 4 weken de nationale parken in West-Australië). Het park is zo duur omdat het land eigendom is van de aborigonals en - net als het park bij Uluru - wordt het park gezamenlijk door de aborigonalgemeenschap en de overheid beheerd. Een groot nadeel voor ons is dat we een groot deel van het park niet in kunnen omdat we geen 4WD hebben. Daarnaast kunnen delen van het park niet worden bezocht omdat dit heilige plekken voor de aborigonals zijn.

Op de eerste dag rijden we van onze campground - zo'n 30 km van Darwin - richting Jabiru, wat in het midden van de route door het park. We rijden het grootste deel van de route langs (grotendeels drooggevallen) wetlands/moerassen. Vlak voor dit plaatsje lag de Ubirr Rock, waar verschillende rotstekeningen van de aborigonals te zien zijn. Het is deze dag erg heet, maar het waait ook hard, waardoor het voelt alsof er constant een föhn op je staat te blazen. We zoeken daarom dan ook snel een wat koelere plek op, het bezoekerscentrum even buiten Jabiru, waar we even rondkijken. Die middag rijden we al vroeg naar een campground, en we zijn daar achteraf ook heel blij mee: miljoenen muggen kwamen na zonsondergang te voorschijn (nadat de miljaren vliegen van overdag al waren verdwenen), waardoor we vlak na het eten onze snikhete camper in zijn gevlucht. We konden hier ook behalve een klein raampje niks openzetten door de muggen, waardoor we een echte plaknacht hadden.

De volgende ochtend werden we vroeg wakker. De muggen waren weg en de vliegen nog niet heel actief, dus we konden veilig aan het ontbijt. We reden daarna naar Nourlangie Rock, hier hetzelfde idee als bij de Ubirr rock. De omgeving is hier echter een stuk spectaculairder. Vervolgens rijden we langs verschillende billabongs naar het volgende bezoekerscentrum in het park, waar wat meer aborigonalkunst en -cultuur wordt tentoongesteld.

's Middags vervolgen we de weg richting de uitgang van het park. We proberen nog via een gravel road (waar niet 4WD only bij stond) bij een zwemplas te komen, maar we concluderen al snel dat de weg een te groot risico zou zijn. Na het verlaten van het park komen we uiteindelijk terecht bij het oude goudzoekersplaatsje Pine Creek, waar we de weg tussen Pine Creek en Katherine al eerder hadden gereden. De route door het nationale park was geen onverdeeld succes, maar desondanks gelukkig wel hele mooie dingen gezien!

Zaterdag 14 september - Nitmiluk Nationaal Park/Katherine
Vanaf Pine Creek rijden we door naar de Edith Falls (onder de aborigonalnaam Leliyn), waar we 's middags gelijk een duik nemen in de onderste waterplas. De Edith Falls liggen in het Nitmiluk Nationaal Park, waar onder andere ook de Katherine Gorge in ligt. We overnachten op de campground bij de Falls en de volgende ochtend maken we een korte wandeling richting de hogere watervallen - waar we weer even een duik nemen, om vervolgens de circuit terug te lopen richting de carpark.

We rijden vervolgens door richting Katherine, waar we weer afslaan het nationale park in. We gaan vandaag kanoën in de Katherine Gorge. In feite zijn hier 9 gorges die je kunt bezoeken. de eerste drie zijn goed met een boot te varen, al wordt per gorge de afstand waar gevaren kan worden wel een stuk korter. de vierde gorge is relatief klein, en tussen het water met de volgende gorge ligt al een flink stuk rotsen waar je over moet klouteren (eventueel met kano). Met de boot worden wij naar de tweede gorge gebracht, waarna we verder zelf kunnen kanoën. Onderweg spotten we voor het eerst - eindelijk - een krokodil! De soort die hier zwemt is klein en relatief ongevaarlijk voor mensen.

Je voelt je heel klein als je tussen de hoge rotsen door vaart, je maakt het ook wel anders mee dan wanneer je dit met een boottour doet. We hadden 3.5 uur de tijd om de gorges te verkennen, dat zou genoeg zijn om de vierde gorge te bereiken. We gingen snel van start, tegen de stroming in, en binnen een uur waren we al aan het eind van de derde gorge (nadat we onze kano van de tweede naar de derde gorge over de rotsen) moesten slepen. We legden daar de kano vast, liepen naar de vierde gorge voor een zwemstop, en dobberde de 2 uur die daarna volgde op langzaam tempo terug richting het beginpunt. Omdat de stroming ons al meenam, hoefden we zelf amper iets te doen en konden we vol op genieten van de omgeving.

Aan het eind van de boottocht kwamen we op een soort braderie uit, waar geld ingezameld werd voor een goed doel. Voor een goed doel wilden wij best een hamburger van de barbecue eten! 's Avonds kamperen we voldaan in Katherine, voordat we de volgende dag de weg richting West-Australië inzetten.

Zondag 15 september & maandag 16 september - de grens & East-Kimberleys
Vanaf Katherine rijden we richting de grens met West-Australië. Onderweg rijden we door het Judbarra-Gregory Nationaal Park, waardoor we nog door leuke en wisselende landschappen rijden. Na Timber Creek rijden we een stukje langs de Victoria River, waar vanaf een lookout een mooi uitzicht over is. We slapen zo'n 50 kilometer voor de grens bij een rest area. In de regio van Timber Creek wederom enorm veel bosbranden, op sommige stukken lijkt het door de rook alsof we door dikke bewolking rijden.

De volgende ochtend draaien we om 7.00 's ochtends nog een keer om: we gaan vandaag naar een andere tijdzone en volgens de West-Australische tijd is het nog maar 5.30! Om 8.00 staan we uiteindelijk toch op, nemen we een stevig ontbijt, maken we ons laatste fruit op en rijden richting de grens. Hier krijgen we een controle door de Biosecurity van Western Australia: in deze staat komen namelijk bepaalde gewasziekten niet voor. Fruit, groente en bijproducten mogen niet de grens met West-Australië over.

Na het passeren van de grens komen we in West-Australische regio Kimberley terecht. Deze regio omvat de noord en noordwestkust van de staat en loopt tot ongeveer de stad Broome. Tussen savannelandschappen is er prachtig natuurschoon te vinden, al is voor ons een groot deel helaas niet te bezoeken omdat we geen 4WD hebben (een verhaal wat we al een paar keer hebben gehoord, en de komende tijd nog wel een paar keer zullen horen). Zo is het Bungle Bungle Nationaal Park voor ons onbereikbaar en een vlieg of guides tour inmens duur. Gelukkig is er genoeg te zien wat we wel kunnen bereiken!

Zo beginnen we de ochtend bij Lake Argyle, waar een dam in is gebouwd om elektriciteit op te wekken. Het uitzicht hier is spectaculair!

Tegen de middag rijden we naar Kununurra, het eerste stadje in de staat. Na een bezoek aan het visitor centre en de supermarkt schaffen we een parkpas aan om alle nationale parken in de staat in te kunnen ($60 dollar voor vier weken per auto) en rijden we al naar het eerste park toe. In het Mirima Nationaal Park kunnen we de 'mini-bungles' aanschouwen om zo toch een idee te krijgen van hoe de Bungles er uit moeten zien, en dat zo vlak naast het stadje.

Na een lunchstop in het Celebrity Tree Park (waar de bomen worden aangeplant door bekende Ozzies), rijden we door richting Wyndham. Bij de Five River Lookout is de zeearm van Wyndham en de verschillende rivieren in de omgeving goed te zien. Het is een beetje heiïg, maar het zicht is evengoed spectaculair. We zakken weer af richting het zuiden en maken nog een stop bij de Grotto. Hier is een zwemplas waar gezwommen kan worden tussen de rotsen. Een (deels natuurlijke) trap van 150 treden brengt je naar beneden. Een leuke plek! Omdat de zon hier vroeg ondergaat (om 4 uur staat de zon al ontzettend laag, handig zo'n nieuwe tijdzone) moeten we er al weer snel van door en rijden we door naar de campground. Vervolgens tijd om te eten, bij het zicht van een prachtig ondergaande zon en rode lucht!

Dinsdag 17 & woensdag 18 september - West-Kimberley
Vanaf een campground ten zuiden van Wyndham rijden we in alle vroegte door richting het zuiden, Halls Creek, en vervolgens richting het westen, Fitzroy Crossing. Onderweg zien we savanne- en steppelandschappen en komen we langs mooie rotsheuvels langs de weg. Alles behalve een saaie outbackrit dus! We stoppen bij een rest area, zo'n 100 meter naast de weg, bij een mooie lookout om de nacht door te brengen. Omdat de tijdzone hier een beetje scheef is, wordt het om 5 uur 's ochtends al ligt en beginnen de zonsondergangtaferelen rond half 5 's middags. Vanaf de lookout zien we een prachtige zonsondergang. Enkele uren daarna, waartussen we kort van de sterrenhemel konden genieten, kwam de maan op met een rode gloed.

De volgende ochtend rijden we om 6 uur 's ochtends verder richting Fitzroy Crossing, waar Geiki Gorge Nationaal Park ligt. Omdat de temperaturen hier in dit deel van het land oplopen naar 40 graden overdag, willen we de hike een beetje eerder lopen. In een ruim uur lopen we door de kloof en kunnen we om 9 uur 's ochtends de weg weer inzetten richting het westen, naar de zee. Broome, here we come!

Laat in de middag komen we vanuit Fitzroy Crossing aan in Broome, waar we een camping boeken voor 3 nachten. we willen even opladen na een paar weken outback, wat reparaties laten uitvoeren aan de camper en ons voorbereiden op de verdere reis langs de westkust komende weken. We hebben nu goed de tijd om Broome te verkennen, net een week voor dat de schoolvakantie (voorjaarsvakantie) in West-Australië begint.

Donderdag 19 september - Cable Beach
Vandaag op de planning: een stranddagje! We liggen vandaag op Cable Beach, hét strand van Broome, en gaan 's avonds de zonsondergang bekijken. Tot een uur of drie was het heerlijk rustig op het strand, maar na 3 uur kwamen er een hoop auto's het strand opgereden. De zonsondergang is echt een dingetje hier, aan de westkust! Ook werden er tours met kamelen over het strand georganiseerd, een grappig gezicht.

Vrijdag 20 & zaterdag 21 september - Broome's China Town
Terwijl de camper bij de garage staat, is het voor ons tijd om Broome te verkennen. We lopen de Pier to Pier walk, waar we langs de Roebuck Baai lopen langs het centrum van Broome. We zien hier veel mangroves, de rustige baai en komen uiteindelijk uit in het centrum van de stad, ook wel Chinatown genoemd vanwege de Aziatische bouwstijl. Broome heeft een verleden als parelwinningstad, waar erg veel Aziaten op afkwamen in het verleden. Het is warm, maar gelukkig niet zo heet als de afgelopen dagen verder uit de kust. Met zo'n 33 graden is het nog redelijk aangenaam om het stadje te verkennen. Toch zoeken we halverwege ook de verkoeling op en stranden we bij de lokale bierbrouwerij waar we een proeverijtje doen en lekker lunchen.

's Middags lopen we via het centrum terug en halen we de camper op, die draait weer als een tierelier. We rijden door naar Port Broome en waaien even uit bij de haven. De volgende ochtend is het voor ons alweer tijd om Broome te verlaten na een paar relaxtere dagen. We gaan voor we vertrekken nog even kijken bij het lokale marktje, waar we een poffertjeskraam tegenkomen. We zien dit wel vaker in Australië maar deze keer wordt het door echte Nederlanders gebakken!

Die middag zetten we de weg in richting Port Hedland, nog zo'n 600 kilometer ten zuidwesten van Broome. De komende weken zijn we te vinden aan de westkust van Australië, waarbij we ook langs Perth komen. Vanaf Perth rijden we langs de zuidkust terug naar Sydney, waar we ongeveer eind oktober zullen aankomen. We hebben onze campervan pas verkocht, waarna we hem in Sydney zullen overdragen aan de nieuwe eigenaar. 

Binnenkort kunnen jullie de blog verwachten over onze avonturen aan de westkust, die we nu afreizen. Vanwege de slechte Wi-Fi-verbindingen lopen we nog een beetje achter met het bijhouden van de blog en het uitzoeken van de foto's. Mocht je benieuwd zijn waar we nu uithangen, volg ons dan ook vooral op PolarSteps.

Groetjes,

Jolein & Matthijs

Foto’s

2 Reacties

  1. Nico:
    30 september 2019
    Geweldige ervaringen weer
    Ben echt wel jaloers
    Nog een mooie avontuurlijke tijd samen
    Ik wacht met smart op het nieuwe verslag met foto,s
  2. Nico:
    30 september 2019
    Hallo
    Ik kan jullie niet vinden op Polarsteps
    Onder welke naam staan jullie daar geregistreerd
    Nico